Productbeschrijving Atm-3; Veiligheidsinformatie; Lijst Met Benodigdheden Atm-3; Werking Atm-3 - Enerpac ATM Serie Bedienungsanleitung

7.0 PRODUCTBESCHRIJVING ATM-3

ATM-3 is een hulpmiddel bij normale installatie- en
onderhoudsprocedures waarmee onjuist uitgelijnde
flenzen binnen een mechanische capaciteit van 3 ton
(27kN) opnieuw kunnen worden uitgelijnd. Het kan
worden ingezet bij het vervangen van ringverbindin-
gen en andere verbindingstypen.
Het opvolgen van deze instructies draagt bij aan een
veilig gebruik en een maximale gebruiksduur van de
ATM-3.
Het wordt aangeraden om vóór ingebruikneming van
de apparatuur alle hoofdstukken van deze gebruik-
ershandleiding aandachtig door te lezen.
7.1 Toepassingen
Uitlijngereedschap (ATM-3 evenals ATM-1) wordt ge-
bruikt bij: flensvervanging, reparatie van pijpleidin-
gen, vervangen van bouten, pakkingen en afdichtin-
gen en bij uitlijnen van onderdelen tijdens de instal-
latie.
Figuur 8
MOMENTSLEUTEL
.
.
OMKEERBARE
HEFHAAK

8.0 VEILIGHEIDSINFORMATIE

BELANGRIJK: Bij alle installaties moeten de vei-
ligheidsvoorschriften van de werkplek worden
opgevolgd en de veiligheid van de operator en
eventueel aanwezige medewerkers is van het groot-
ste belang, evenals de veiligheid van anderen, zoals
eventueel aanwezig publiek.
Deze instructies hebben alleen betrekking op de
veilige werking van de ATM-3 tijdens het installeren
en bij normaal onderhoud. Alle andere veiligheid-
saspecten dienen door de betreffende supervisor te
worden gecontroleerd.
.
.
. .
.
.
SERIAL No: 0300
.
PEN
VOORZICHTIG: De ATM-3 mag niet op
het mondstuk van een drukvat worden
aangesloten.
VOORZICHTIG:De ATM-3 mag niet op
een flensverbinding worden bevestigd, als
de foutuitlijning nog niet is vastgesteld.
9.0 LIJST MET BENODIGDHEDEN
De draagkoffer van de ATM-3 heeft een speciaal vak
voor elk onderdeel, waardoor u snel kunt controleren
of alle delen aanwezig zijn.
Op pagina 66 staat een geïllustreerde onderdelenli-
jst.
10.0 WERKING VAN DE ATM-3
Figuur 9
Verlengarm
Wartel
De ATM-3 dient aan de laagste van de twee flenzen
te worden bevestigd. Hiertoe moet de hefhaak
volledig in het boutgat worden gestoken dat parallel
ligt aan het boutgat in de tegenoverliggende flens. Dit
is het punt waarbij de foutuitlijning het grootst is. De
valarm moet op de pijp worden losgelaten terwijl het
gereedschap horizontaal in het boutgat wordt
gehouden.
Trek de vleugelclip eruit, zodat de verlengarm kan
worden uitgeschoven tot de gewenste afstand.
OPMERKING: De hefhaak is omkeerbaar voor ver-
schillende flensafmetingen.
De wartel aan de voet van de schroefbout moet altijd
volledig tegen de cirkelomtrek van de tegen-
overliggende flens rusten.
Als de schroefbout omlaag op de omtrek van de flens
wordt gedraaid, zal de ATM-3 de onderste flens
omhoog en in lijn brengen en kunt u er de bouten
insteken.
60
Schroefbout
Vleugelclip
.
.
Valarm
.
. .
.
SERIAL No: 0300 .
. .