Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Hydraulische Aansluiting - Wilo RAIN3 Einbau- Und Betriebsanleitung

Regenwasser-nutzungsanlage
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für RAIN3:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
7.4

Hydraulische aansluiting

Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-RAIN3
Installatie
VOORZICHTIG
De breektank kan maximaal 11 liter leidingwater bevatten. Voer de benodigde werk-
zaamheden uit om de tank tijdens deze handelingen leeg te maken.
Instructies voor wandmontage:
▪ Teken de boorgaten op de wand af, zoals afgebeeld (Fig. 13).
▪ Gebruik de meegeleverde schroefankers als deze geschikt zijn voor het materiaal van de
wand.
▪ Gebruik 3 schroeven van Ø 8 mm en draai deze niet helemaal vast. Als onderlegschijven
worden gebruikt, moet deze diameter van 16 mm of kleiner hebben.
▪ Monteer het systeem op de schroeven via de langwerpige gaten aan de achterzijde (Fig.
14) stel ze af en draai ze vervolgens met een schroevendraaier via de voorzijde vast
(draaimoment max. 5 Nm).
VOORZICHTIG
Het product moet perfect waterpas staan om goed te kunnen werken. Controleer
met een waterpas of gelijkwaardig stuk gereedschap of het product horizontaal
staat.
VOORZICHTIG
Gevaren als gevolg van uitval!
Niet-conforme aanvoer- en aftapkoppelingen veroorzaken storingen in de installa-
tie. De flexibele aan- en afvoerslangen mogen na montage in geen geval worden ge-
blokkeerd of geknikt. De buigstraal van de afvoerleiding moet groter zijn dan 60 mm.
Sluit het systeem aan zoals hieronder beschreven, nadat het systeem op de muur is be-
vestigd:
▪ De regenwateraanzuigleiding (G1") (Fig. 3 – 4, rep. 8) naar het regenwaterreservoir. De
leiding moet een diameter hebben van 25 mm. Bij de maximale zuighoogte van de
pomp dient rekening te worden gehouden met de verlieshoogten.
▪ De afvoerleiding (G1") voor de aanvoer van regenwater (Fig. 4, rep. 7).
▪ De stadswaterleiding (G3/4") (Fig. 3 – 4, rep. 4).
▪ De overloopleiding (Ø19) (Fig. 3 – 4, rep. 9).
▪ De regenwatervulpeilsensor (Fig. 4, rep. 5), afzonderlijk verpakt, moet in het regenwa-
terreservoir worden geplaatst als afgebeeld in figuur 4, en de kabel moet via een kabel-
goot naar de installatie worden geleid en op het bedieningsveld worden aangesloten
(Fig. 3, rep. 18).
LET OP
NB: de aanzuig- en afvoerleidingen kunnen onafhankelijk aan de linker-, rechter- of
onderkant van het product worden gemonteerd als dit voor de installatie beter uit
komt (Fig. 15).
nl
77

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis