Ottobock 50K30 Xeleton Gebrauchsanweisung Seite 38

LET OP
Gebruik van een versleten of beschadigd product
Beperkte werking
► Controleer het product telkens voor gebruik op functionaliteit, slijtage en beschadigingen.
Een product dat niet meer functioneel is of versleten of beschadigd is, mag u niet langer
►
gebruiken.
> Alle riemen zijn geopend.
> De patiënt zit voor op een stoel. Hij heeft zijn knie 45° gebogen.
1) Breng de orthese zo aan, dat het midden van de scharnieren ongeveer op dezelfde hoogte zit
als de bovenkant van de patella (zie afb. 9).
→ Daardoor komt de orthese weliswaar iets te hoog te zitten, maar hij glijdt daarna al snel
omlaag en zit dan op de juiste hoogte.
2) Sluit de onderste onderbeenriem aan de voorkant (zie afb. 10).
3) Sluit de bovenste bovenbeenriem aan de achterkant (zie afb. 11).
4) Houd de knie gebogen en duw de beide scharnieren naar achteren (zie afb. 12).
5) Sluit de onderste bovenbeenriem (zie afb. 13). Trek de scharnieren iets naar voren en positio­
neer ze ter hoogte van het midden van het kniegewricht. Zorg ervoor dat de scharnieren niet
voor de middellijn aan de zijkant van het been komen te zitten (zie afb. 14).
6) Sluit de bovenste onderbeenriem aan de voorkant (zie afb. 15).
7) Sluit de onderbeenriem aan de achterkant (zie afb. 16).
8) Trek de riemen van de orthese zo strak aan, dat de orthese stevig om het been sluit, maar nog
prettig aanvoelt.
9) Na 15 min actieve beweging (bijv. het maken van lichte kniebuigingen): trek de riemen in de
afgebeelde volgorde iets strakker aan (zie afb. 2, riem 1-5).
5.2.4 Veranderen in een CI-versie
> De orthese bevindt zich in de toestand waarin hij wordt geleverd (ACL-versie).
> De CI-accessoireset is aanwezig.
1) Maak de schroefverbinding van de onderste bovenbeenriem (riem 3) los en verwijder de riem
(zie afb. 17).
2) Bevestig de gesp van de onderste onderbeenriem en de extra gesp (zie afb. 1, pos. D; CI-
accessoireset) met de langere schroef (zie afb. 18).
3) Bevestig de extra riem (riem 6, CI-accessoireset) als voorste bovenbeenriem.
4) Breng de orthese op de juiste manier aan (zie het hoofdstuk "ACL-versie aanbrengen").
5) Sluit de riemen in de afgebeelde volgorde (zie afb. 3, riem 1-6).
5.2.5 Veranderen in een PCL-versie
> De orthese bevindt zich in de toestand waarin hij wordt geleverd (ACL-versie).
> De PCL-accessoireset is aanwezig.
1) Verwijder de onderste bovenbeenriem (riem 3), de onderbeenriem aan de achterkant (riem 5)
en de bovenste onderbeenriem aan de voorkant (riem 4).
2) Draai de gesp van de onderste bovenbeenriem (zie afb. 1, pos. D) naar de voorkant.
3) Bevestig riem 4 zonder tibiapelotte met het kussentje van riem 3 als bovenbeenriem aan de
voorkant.
4) Draai de schroefverbinding van de bovenste onderbeenriem aan de voorkant los en verwijder
de gesp aan de voorkant (zie afb. 19).
5) Bevestig de gesp van de onderbeenriem aan de achterkant met de korte schroef (PCL-acces­
soireset).
6) Bevestig riem 3 met het kussentje van riem 5 als onderbeenriem aan de achterkant.
7) Breng de orthese op de juiste manier aan (zie het hoofdstuk "ACL-versie aanbrengen").
8) Sluit de riemen in de afgebeelde volgorde (zie afb. 4, riem 1-4).
38