Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Onderhoud En Reiniging - Reely Blue Tanga Bedienungsanleitung

1:10 ep buggy blue tanga brushless 4wd rtr
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

• Functie #11, groene LED knippert 2x lang, 1x kort: overtemperatuurbeveiliging
De overtemperatuurbeveiliging van de rijregelaar wordt bij +95°C geactiveerd, wanneer deze temperatuur langer
dan 5 seconden wordt gemeten. In dit geval wordt de motor uitgeschakeld en knippert de groene LED.
Om veiligheidsredenen raden wij u aan de overtemperatuurbeveiliging altijd in te schakelen.
Bij een uitgeschakelde overtemperatuurbeveiliging kan de rijregelaar door oververhitting defect raken en
verliest u het recht op garantie.

12.

Onderhoud en reiniging

Voor het reinigen of het onderhoud moet het voertuig worden uitgeschakeld en moet de rijaccu volledig
van de rijregelaar worden losgekoppeld. Indien u met het voertuig hebt gereden, laat u alle onderdelen
(bijv. motor, rijregelaar enz.) eerst volledig afkoelen.
Verwijder na het rijden stof en vuil van het gehele voertuig. Gebruik bijv. een langharige schone kwast en een stofzuiger.
Sprays met perslucht kunnen ook zeer nuttig zijn.
U mag geen reinigingssprays of gewone schoonmaakmiddelen gebruiken. Hierdoor kan de elektronica
beschadigd raken en bovendien leiden dergelijke middelen tot verkleuringen aan de kunststof onderdelen
of de carrosserie.
Was het voertuig nooit met water af, vb. met een hogedrukreiniger. Dit vernielt de motor, de rijregelaar en
ook de ontvanger Het voertuig mag niet vochtig of nat worden!
Voor het schoonvegen van de carrosserie kunt u een zachte en licht vochtige doek gebruiken. Wrijf niet te hard.
Anders ontstaan krassen of wordt de lak beschadigd.
Met regelmatige tussenpozen moeten er onderhoudswerkzaamheden en functiecontroles aan het voertuig uitgevoerd
worden. Deze zorgen voor een storingsvrije werking en duurzame rijprestaties.
Door de trillingen van de motor en schokken tijdens het rijden, kunnen er onderdelen en schroefverbindingen losraken.
Controleer daarom voor en na elke rit de volgende posities:
• Vaste zit van de wielmoeren en alle schroefverbindingen van het voertuig
• Bevestiging van rijregelaar en ontvanger
• Vastkleven van de banden op de velgen, resp. de toestand van de banden
• Bevestiging van alle kabels (deze mogen niet in bewegende delen van het voertuig raken)
Kijk bovendien het model vóór elk gebruik na op beschadigingen. Indien u beschadigingen vaststelt, mag
u het voertuig niet gebruiken of in gebruik nemen.
Als versleten voertuigonderdelen (vb. banden) of defecte voertuigonderdelen (vb. een gebroken draagarm)
moeten worden vervangen, dan mag u enkel originele vervangonderdelen gebruiken.
112

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis