Heuppelottes; Rem En Parkeerrem - Ottobock Walkstar Gebrauchsanweisung

7.2.2 Heuppelottes

Met de heuppelotte kan de gebruiker bij het bovenbeen resp. bij de heupen van opzij ondersteund worden.
1) Draai de bevestigingsbouten los (zie afb. 13).
2) Stel de breedte en de hoek van de heuppelotte in.
3) Draai de bevestigingsbouten aan (zie afb. 13).
13

7.2.3 Rem en parkeerrem

VOORZICHTIG
Onvoldoende remwerking
Vallen, omkantelen van de gebruiker, doordat de remmen niet goed werken
► Controleer regelmatig of de remmen nog goed werken en stel deze zo nodig bij.
► Als de wielen versleten of beschadigd zijn, moeten deze worden vervangen.
De parkeerrem maakt het mogelijk om gedoseerd te remmen en het therapeutische hulpmiddel veilig neer te zetten
zonder dat het wegrolt.
De remhendel kan op de bevestigingsbeugel (zie afb. 14) of op het verticale duwhandvat (zie pagina 102) worden
aangebracht.
Afremmen
1) Trek de remhendel (zie afb. 14, pos. 1) naar boven.
2) Zet de remhendel niet vast.
→ De wielen kunnen na het loslaten van de rem weer vrij draaien.
Rem vastzetten
1) Zet de remhendel vast door ook de vergrendelingsschuif te bedienen (zie afb. 14, pos. 2).
→ De loophulp blijft op de rem staan.
2) Controleer of de wielen goed vergrendeld zijn.
3) Druk de vastzetschuif naar boven en ontgrendel.
→ De vergrendeling van de remhendel wordt gedeactiveerd. De wielen kunnen weer vrij draaien.
Rem aanpassen
1) Stel als de remmen niet voldoende meer werken, de betreffende remkabel bij met de stelschroef (zie afb. 15,
pos. 1).
2) Controleer de remfunctie.
3) Controleer bij een ingeschakelde rem of de wielen stevig geblokkeerd zijn.
Walkstar
Gebruik
105