Agilent Technologies Turbo-V 2300 TwisTorr Bedienungshandbuch Seite 91

De pomp mag niet geïnstalleerd en/of gebruikt worden in ruimten die
blootgesteld zijn aan de weersomstandigheden (regen, vorst, sneeuw),
stof, agressieve gassen, of in ruimten met explosiegevaar of zeer groot
brandgevaar.
Tijdens de werking moeten de volgende omgevingscondities aanwezig
zijn.



In aanwezigheid van magnetische velden moet de pomp op passende
wijze afgeschermd worden. Zie de bijlage "Technical Information"
voor meer informatie.
De Turbo-V 2300 TwisTorr moet op een primaire pomp aangesloten
zijn (zie schema in "Technical Information").
De Turbo-V 2300 TwisTorr moet rechtop (met de flens naar boven of
naar beneden) worden geïnstalleerd. Bevestig de Turbo-V 2300
TwisTorr in een stabiele positie en verbind de inlaatflens van de
turbopomp met een vaste contraflens die een koppel van 40000 Nm
rondom de eigen as kan verdragen.
De turbopomp met ISO F inlaatflens moet aan de vacuümkamer
worden bevestigd met behulp van bouten met een klasse van
12,9 (r = 1200 N/mm
benodigde stalen bouten en het door Agilent aanbevolen
aanhaalkoppel waarmee ze vastgezet moeten worden.
FLENS
ISO 250 F
Turbo-V 2300 TwisTorr Pumps User Manual / 87-901-017-01
max. druk: 2 bar boven de atmosferische druk
temperatuur: van +5 °C tot +35 °C (zie grafiek in de bijlage
"Technical Information")
relatieve vochtigheid: 0 – 95 % (niet condenserend).
2
). De volgende tabel beschrijft het aantal
KLEMTYPE
Bout met M10 schroefdraad
Bedrijfshandleiding
Installatie
NR. AANHAAL KOPPEL
12 30 Nm
(B)
6
91/260