Inhaltsverzeichnis
Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
vervolg van voorgaande pagina
Aantal pagina's
Parameter
7. Sensor Pres.
8. Rtd.Pump Pres.
9. SetPoint Pres.
10. Dif.Start/Stop P1
11. Dif.Start P2P3P4
12. Dif.Stop P2P3P4
13. DelayStart P1
14. DelayStart P2P3P4
15. Min.Run Pilot
16. Min.Run P2P3P4
17. Cnt.Strt.Pilot
18. Cnt.Strt.P2P3P4
19. Danger Pres.
Beschrijving
Keuze van de grenswaarden van de geïnstalleerde
sensor
Nominale pompdruk bij een circuit met nuldebiet
Gemiddelde in de installatie te handhaven druk.
Het verhogen of verlagen van het setpoint van de
druk wijzigt van iedere pomp alle start- en
stopwaarden in op- of neergaande zin (zie grafiek
ref. 18).
Toegestaan drukverschil tussen de start en de stop van
de HOOFDPOMP of VOEDINGSPOMP P1.
Onderste drukdifferentiaal voor de start tussen de eerste
en de tweede pomp, tussen de tweede en de derde,
tussen de derde en de vierde (ongeacht of het om een
hoofdpomp, voedingspomp of noodpomp gaat).
Bovenste drukdifferentiaal voor de stop tussen de eerste
en de tweede pomp, tussen de tweede en de derde,
tussen de derde en de vierde (ongeacht of het om een
hoofd-, voedings- of noodpomp gaat).
Startvertragingstijd
van
VOEDINGSPOMP P1, wanneer de druk lager is dan de
in Dif.Start/Stop P1 ingestelde parameter.
Startvertragingstijd van de VOEDINGSPOMPEN P2,
P3, P4 wanneer de druk lager is dan de in Dif.Start
P2P3P4 ingestelde parameter.
Keuze van de minimumtijd gedurende welke de
HOOFDPOMP of VOEDINGSPOMP P1 functioneert.
Keuze van de minimumtijd gedurende welke de
VOEDINGSPOMPEN P2, P3, P4 of de NOODPOMP
functioneert.
Keuze van de minimumtijd waarin het NIET is
toegestaan dat op een eerste start van de HOOFDPOMP
of de VOEDINGSPOMP P1 nog een tweede start volgt.
Een eventuele ingreep houdt de pomp geblokkeerd
totdat de ingestelde tijd verstreken is.
In dit tijdsinterval wordt de startvertraging van de pomp
weergegeven met de tekst WAIT.
Keuze van de minimumtijd waarin het NIET is
toegestaan
dat
na
VOEDINGSPOMP P2, P3 P4 of de NOODPOMP nog
een tweede start volgt. Een eventuele ingreep houdt de
pomp geblokkeerd totdat de ingestelde tijd verstreken is.
In dit tijdsinterval wordt de startvertraging van de pomp
weergegeven met de tekst WAIT.
Drukwaarde waarop de regeleenheid wegens overdruk
een alarm afgeeft. De regeleenheid blokkeert de
installatie als de druk meer dan 5 seconden boven de
ingestelde waarde blijft. Gelijk nadat de druk weer
binnen
het
bereik
komt,
ingeschakeld (pas na 5 seconden).
De beveiligingsingreep wordt op afstand gesignaleerd.
NEDERLANDS
de
HOOFDPOMP
een
eerste
start
wordt
de
installatie
82
Bereik
Meet-
eenheid
4-:-25,5
0,00-:-25,5
0,00-:- 25,5
0,00-:-2,00
0,00-:-1,00
0,00-:-1,00
of
0-:-20
0-:-20
0-:-20
0-:-20
0-:-600
0-:-600
van
0,00-:-30
wordt op de volgende pagina vervolgd
Set-up
Uitge-
breide
DAB
bar
10,0
bar
0,00
bar
0,00
bar
1,00
bar
0,3
bar
0,2
sec.
0
sec.
1
sec.
0
sec.
2
sec.
10
sec.
10
bar
10
Werbung
Kapitel
Inhaltsverzeichnis
Fehlerbehebung
