Koppeling Dconnect Box 2 - Esybox Diver; Werking; Parameters Om Te Lezen En In Te Stellen - DAB ESYBOX DIVER Serie Installations- Und Wartungsanleitungen

5.2 Koppeling DCONNECT BOX 2 – ESYBOX DIVER
Zoals gezegd zijn de twee units die samen in een verpakking zitten al in de fabriek aan elkaar gekoppeld. Daarom hoeft deze procedure alleen
te worden uitgevoerd als één van de 2 apparaten wordt vervangen.
1) Koppel de ESYBOX DIVER los van het elektriciteitsnet en wacht 1 min
2) Elimineer eventuele voorgaande koppelingen op de DCONNECT BOX 2
3) Breng DCONNECT BOX 2 in de koppelingsfase
4) Sluit binnen 20 sec de ESYBOX DIVER aan op het elektriciteitsnet
5) Controleer de PLC-statusled op de DCONNECT BOX 2. Als deze vast blijft branden, is de koppeling gelukt.
6

WERKING

Nadat de elektropomp vooraangezogen is, begint het systeem normaal te werken volgens de geconfigureerde parameters: hij start automatisch
wanneer de kraan wordt geopend, levert water met de ingestelde druk (SP), houdt de druk ook constant wanneer er andere kranen worden
geopend. Wanneer het waterverbruik stopt, stopt de pomp automatisch nadat de tijd T2 is verstreken.
7

PARAMETERS OM TE LEZEN EN IN TE STELLEN

Met de app kan de werkingsstatus van de pomp worden gecontroleerd en kunnen de instellingen worden veranderd. Hier volgt de lijst van
parameters.
7.1 Status
Geeft de toestand van de pomp weer.
7.2 VP: Weergave van de druk
Druk gemeten in de installatie.
7.3 VF: Weergave van de stroming
Geeft de momentane stroming weer.
7.4 RS:Weergave van de draaisnelheid
Draaisnelheid die wordt aangedreven door de motor in rpm.
7.5 PO: Opgenomen vermogen
Vermogen dat wordt opgenomen door de voedingslijn.
7.6 C1: Weergave van de stroom
Fasestroom van de motor in [A]
7.7 SV: Voedingsspanning
7.8 TE: Weergave dissipatortemperatuur
7.9 Aantal starts
7.10 Saving
Besparing ten opzichte van het gebruik van een pomp van het type ON/OFF
7.11 Energieverbruik huidige maand
7.12 Energieverbruik vorige maand
7.13 Geleverde stroming huidige maand
7.14 Geleverde stroming vorige maand
7.15 SP: Instelling van de setpointdruk
Druk waarbij de installatie onder druk wordt gezet.
De herstartdruk van de pomp is behalve aan de ingestelde druk SP ook gebonden aan RP. RP drukt de drukverlaging uit ten opzichte
van "SP" , die de herstart van de pomp veroorzaakt.
Een te lage drukinstelling (SP), waardoor het water het hoogteverschil tussen de pomp en het tappunt niet kan overbruggen, kan leiden tot
valse droogloopfouten (BL). In dit geval moet de druk (SP) worden verhoogd.
NEDERLANDS
62