Draairichting Van De Motoren; Beschrijving Van De Instellingen - Wilo COE-2 TWI5 Einbau- Und Betriebsanleitung

• Na het uittreden van het water en de ontluchting
is het vullen beëindigd.
• Ontluchtingsschroef weer vastschroeven (zie
fig. 1 - nr. 5)
• De tuimelschakelaar (zie fig. 2 - nr. 4) op de positie
"Hand" houden om te controleren of de pomp
water transporteert. De pompen indien nodig na
elkaar testen.

8.3 Draairichting van de motoren

De elektrische aansluiting van de pompen op de
schakelkast gebeurt af fabriek. Toch moet bij de
driefasige uitvoering de juiste draairichting op de
volgende manier worden gecontroleerd:
• Ervoor zorgen dat de drukverhogingsinstallatie
met water gevuld is.
• De tuimelschakelaars van de pompen (zie fig. 2 -
nr. 4) op "0" zetten.
• De hoofdschakelaar op Aan(1) schakelen.
• De tuimelschakelaar van pomp 1 op "Hand" zet-
ten, de pomp start (LED "Bedrijf" brandt op de
schakelkast); de correcte draairichting van de
motor controleren (zie bedieningsvoorschriften
van de pomp).
• Bij pomp 2 op dezelfde wijze te werk gaan.
• Voor het veranderen van de draairichting twee
fasen verwisselen.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-COE-2 TWI5
GEVAAR! Levensgevaar!
Vóór ingreep in de fasen de hoofdschakelaar
uitschakelen en de installatie van het stroomnet
loskoppelen.
• Daarna de draaischakelaar van de pompen weer op
"0" zetten.

8.4 Beschrijving van de instellingen

8.4.1 Instelling van de drukschakelaar
De instelling vindt plaats door te draaien aan de
moer (nr. 1) voor het bovenste schakelpunt (uit-
schakeling van de pomp) en aan de moer (nr. 2)
voor de instelling van het onderste schakelpunt
resp. het drukverschil (inschakeling van de pomp).
• Door de moer (Nr. 1) met de wijzers van de klok
mee te draaien, wordt het bovenste schakelpunt
groter.
• Door de moer (Nr. 2) met de wijzers van de klok
mee te draaien, wordt het onderste schakelpunt
kleiner (drukverschil wordt groter).
Voor de instelling van de drukschakelaars PR1 en
PR2 moeten inschakel- en uitschakeldruk worden
geselecteerd (indien nodig diagrammen in fig. 8
gebruiken).
Nederlands
41