Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Werking Van De Brandblusinstallatie Conform Din14462 (Fla) - Wilo FLA-Serie Einbau- Und Betriebsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Nederlands
Montageset druksensor/membraandrukvat
Serie FLA-1 (fig. 2a)
• Membraandrukvat met afsluitbare armatuur (8,
14)
• Manometer (9)
• Drukschakelaar (12)
• Elektrische aansluiting, drukschakelaar (fig. 3)
• Leegmaken/ontluchting (13)
• Afsluitkraan met leegmaken (16)
Serie FLA-2 (fig. 2b)
• Membraandrukvat (8)
• Manometer (9)
• Drukschakelaar 1 tot 3 (12A, 12B, 12C)
• Elektrische aansluiting, drukschakelaar (fig. 3)
• Ontluchting (13)
• Afsluitkraan met leegmaken (14)
6.3 Werking van de brandblusinstallatie conform
DIN14462 (FLA)
De brandblusinstallaties FLA zijn standaard uitge-
rust met een (FLA-1) of twee (FLA-2) normaal
zuigende meertraps hogedrukpompen. Deze
wordt resp. worden uit de ter plaatse geïnstal-
leerde breektank via de toevoerleiding van water
voorzien. De pomp resp. pompen verhogen de
druk en pompen het water via de drukleiding naar
de verbruiker. Hiervoor worden ze afhankelijk van
de druk in- en uitgeschakeld. Voor de automati-
sche besturing zijn de installaties met een monta-
geset voor de drukbesturing uitgerust (FLA-1 zie
fig.2a; FLA-2 zie fig.2b). Voor de drukbewaking
worden mechanische drukschakelaars (fig. 3)
gebruikt die de pomp(en) afhankelijk van de druk
in- en uitschakelt.
De mechanische drukschakelaar dient in het alge-
meen voor de bewaking van de aanwezige druk op
de verbruikerszijde van de pomp. Bij toenemende
wateraftapping daalt de druk in de verbruikerslei-
ding. Bij het bereiken van de op de drukschakelaar
ingestelde, minimale inschakeldruk wordt er een
schakelsignaal doorgegeven aan de schakelkast,
dat de pomp inschakelt. Omgekeerd stijgt de druk
in het systeem wanneer de aftapping (sluiten van
het aftappunt) afneemt. Bij het bereiken van de op
de drukschakelaar ingestelde uitschakeldruk
wordt er een schakelsignaal doorgegeven aan de
schakelkast, dat de pomp(en) uitschakelt. (Een
gedetailleerde beschrijving van het regeling vindt
u in de inbouw- en bedieningsvoorschriften van
de schakelkast).
FLA-1 (zie fig.2a):
Bij het bereiken resp. onderschrijden van de inge-
stelde minimale inschakeldruk wordt de pomp
zonder vertraging ingeschakeld.
Bij het bereiken van de uitschakeldruk wordt de
pomp via een tijdrelais in het schakeltoestel met
een vertraging van naar keuze 0 tot 120 sec.
(nalooptijd; wordt in de inbouw- en bedienings-
voorschriften van de schakelkast nader beschre-
ven) uitgeschakeld.
72
FLA-2 (zie fig.2b):
Bij het bereiken van de ingestelde minimale
inschakeldruk van de drukschakelaar 1 (12A)
wordt de pomp 1 zonder vertraging ingeschakeld.
De pomp 2 dient voor de redundantie en wordt
alleen gestart wanneer pomp 1 binnen een tijd-
spanne (timer) niet de ingeschakelde druk (uit-
schakeldruk van de drukschakelaar 3 (12C))
bereikt. De timer wordt bij het onderschrijden van
de inschakeldruk van drukschakelaar 2 gestart en
bij het bereiken van de uitschakeldruk van de
drukschakelaar 2 beëindigd. De vertragingsfunc-
tie door de timer is pas weer beschikbaar zodra het
uitschakelpunt van de drukschakelaar 2 over-
schreden is. Anders start de tweede pomp meteen
na het onderschrijden van de inschakeldruk van
drukschakelaar 3. (Meer informatie hierover vindt
u in de inbegrepen inbouw- en bedieningsvoor-
schriften van de schakelkast)
VOORZICHTIG! Veiligheidsaanwijzing voor het
waarborgen van de werking!
De inschakeldruk van de tweede drukschakelaar
moet groter zijn dan de inschakeldruk van de
derde drukschakelaar.
Bij het bereiken van de uitschakeldruk van druk-
schakelaar 1 wordt pomp 1 na afloop van de
nalooptijd uitgeschakeld.
Als pomp 2 gestart is, wordt deze bij het bereiken
van de uitschakeldruk van drukschakelaar 2 en na
afloop van de nalooptijd uitgeschakeld.
Het gemonteerde membraandrukvat (8) gene-
reert een zekere bufferwerking bij het in- en uit-
schakelen van de installatie en maakt het
bovendien mogelijk dat er maar weinig water uit
het voorraadvolume van het drukvat wordt geno-
men zonder dat de pomp wordt ingeschakeld. Dat
verlaagt de schakelfrequentie. De manometer
dient voor de visuele controle van de actuele druk.
Met het aftapventiel moet er bij onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden van de drukschakelaar
worden ontlast. Aanwijzingen voor het instellen
van de drukschakelaar vindt u onder punt 8.2!
VOORZICHTIG! Gevaar voor beschadiging!
De pomp mag niet drooglopen om de mechani-
sche afdichting resp. het glijlager te bescher-
men. Droogloop kan lekkage van de pomp
veroorzaken!
WILO SE 08/2019

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis