3. Breng de controleoplossing aan. Schud de fiool met de
controleoplossing goed vóór gebruik. Knijp er een druppeltje
uit en veeg schoon, knijp er dan nog een druppeltje uit en
plaats op de punt van de fiooldop. Houd het toestel zodanig
vast dat het absorptiegaatje van de teststrip in aanraking komt
met de druppel. Als het bevestigingsvenstertje helemaal vol is,
begint het toestel af te tellen.
Opmerking:
Breng om verontreiniging van de controleoplossing te voorkomen
de controleoplossing niet rechtstreeks aan op een strip
4. Lees het resultaat af en vergelijk. Na het aftellen tot 0 verschijnt
het testresultaat van de controleoplossing op de weergave.
Vergelijk dit resultaat met het bereik dat op de fiool van de
teststrip of de afzonderlijke folieverpakking is gedrukt. Het
resultaat moet binnen dit bereik vallen. Als het testresultaat
buiten dit bereik valt, lees dan de aanwijzingen opnieuw en
herhaal de controleoplossingtest.
Opmerking:
• De testresultaten van de controleoplossing worden
bewaard in het geheugen.
• Het controleoplossingbereik dat op de fiool van de
teststrip of afzonderlijke folieverpakking is gedrukt, is
enkel bedoeld voor de controleoplossing. Het is niet het
aanbevolen bereik of referentiewaarden.
• Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoud voor belangrijke
informatie over uw controleoplossingen.
.
Resultaten buiten bereik:
Als u resultaten blijft verkrijgen die buiten het op de fiool van
de teststrip aangegeven bereik vallen, betekent dit dat de
meter en de strips mogelijk niet goed werken.
NL-7
118~160