Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Controle Van Enkele Storingen - Baron SERIE 700 Aufstellung, Gebrauchs- Und Instandhaltungs Anweisungen

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 6
Data Emissione 27/06/2003
2.9 De waterontlading (Fig.9)
- De ontladingsbuis moet niet gekanaliseerd worden in een
continu-systeem, maar voeg er tussen in een trechter om een
vrije afvloeiing te garanderen.
- De buizen moeten van vuurvast materiaal zijn.
3 - VERANDERING VOOR AANPASSING OP ANDERE
SOORTEN GAS
Indien het geleverd gassoort niet overeenkomt met het soort gas
waarop het apparaat is voorbereid, ga over tot alle handelingen
die hieronder zijn omschreven.
De gaspitten en de typeplaatjes bevinden zich in een passend
zakje dat met het apparaat is meegegeven.
3.1 Vervanging gaspitten pilootbrander (Fig.4)
- Maak de deurtjes open van de ruimte die zich onder de
kookkuip bevindt.
- Schroef het verbindingsstuk R los.
- Verwijder de gaspit UP en vervang hem met die die in tabel T2
is aangeduid.
- Schroef het verbindingsstuk R weer goed vast en verzegel hem
met rode lak.
3.2 Vervanging gaspitten en lucht regelaar hoofdbrander (Fig.5)
- Maak de deurtjes open van de ruimte die zich onder de
kookkuip bevindt.
- Schroef gaspitten U los en vervang ze met die die in tabel T2
zijn aangeduid.
- Maak schroef V los en plaats de luchtregelaar op de afstand "A"
zoals aangeduid in tabel T2.
- Maak schroef V weer goed vast en verzegel hem met rode lak.
3.3 Vervanging gaspit minimum stand (Fig 1)
- Verwijder de knoppen en het bedieningspaneel.
- Schroef de schroef van de minimum stand VM los van de kraan
en vervang hem met die die in tabel T2 is aangeduid.
3.4 Vervanging typeplaatje voorbereiding gas
- Plaats op het apparaat het typeplaatje dat het nieuw soort
aangepast gas aangeeft.
4 - HET IN WERKING STELLEN VAN HET APPARAAT
4.1 Controle van de werking
Zet het apparaat in werking volgens de gebruiksinstructies en
controleer:
- de correcte werking van de piloot- en hoofdbranders.
- de afwezigheid van gaslekkages.
- het goed functioneren van de verluchtingssystemen van het
lokaal.
- de efficëntie van de installatie voor het afvoer van de
verbrandingsgassen en indien nodig raadpleeg paragraaf 5

"Controle van enkele storingen".

- de overeenkomstigheid van de gegevens van het typeplaatje
met die van de gas-en elektrische netleidingen.
Waarschuwing: tijdens de werking pas goed op de warme
delen van de uitwendige oppervlakten.
4.2 Controle van het thermisch vermogen
Na de installatie en na de verandering voor de aanpassing op een
ander soort gas en na interventies van onderhoud, controleer
steeds het thermisch vermogen van het apparaat.
- Het nominaal thermisch vermogen is in tabel T1 aangegeven.
- Het apparaat functioneert op nominaal vermogen wanneer de
gemonteerde gaspitten in overeenstemming zijn met het gas van de
netleiding en met de werkdruk aangeduid in de tabellen T1-T3-T4.
- Voor een controle van de voedingsdruk zie paragraaf 4.3 "Controle
an de gasvoedingsdruk".
4.3 Controle van de gasvoedingsdruk
- Het vereist meetinstrument is de manometer met een minimum
definitie van 0,2 mbar.
- Verwijder de knoppen en het bedieningspaneel van de kookplaat.
- Verwijder de schroef van het drukcontactpunt P (Fig.1A) en sluit
hieraan de buis van de manometer.
- Meet met het in werking zijnd apparaat.
- De gemeten waarde moet binnen de in tabel T4 aangeduide grenzen
blijven,in tegenstaand geval onderbreek de proef en raadpleeg het
Gastoeleverinsgbedrijf.
- Trek de buis van de manometer weg en schroef de schroef van het
drukcontactpunt vast aan.
5 - CONTROLE VAN ENKELE STORINGEN
5.1 Moeilijke of niet ontsteking van de pilootbrander
- De piëzoelektrische ontsteker, de bougie of de ontstekingskabel zijn
gebrekkig.
- De druk van het voedingsgas is onvoldoende.
- De gaspit of de leiding is verstopt.
- De gaskraan is gebrekkig.
5.2 Uitdoving pilootbrander tijdens de werking
- De thermokoppel is gebrekkig, dezelfde is niet goed verwarmd of de
aansluiting op de gaskraan is niet perfect.
- De gasvoedingsdruk daalt.
- De gaskraan is gebrekkig.
5.3 Moeilijke of niet ontsteking van de hoofdbranders
- De gasvoedingsdruk is onvoldoende.
- De gaspitten zijn verstopt.
- De gaskraan is gebrekkig.
6 - VERVANGING VAN ENKELE COMPONENTEN
Algemene nota: De verzegelde componenten moeten niet
geschonden worden. Na elke interventie, controleer, indien
nodig,de aanwezigheid van gaslekkages.
6.1 De hoofd- en pilootbranders
- Maak de deurtjes van de ruimte die zich onder de kookkuip bevindt
open.
- Vervang de component.
6.2 De thermokoppel
- Verwijder de knoppen en het bedieningspaneel.
- Maak de deurtjes open van de ruimte die zich onder de kookkuip
bevindt.
- Maak de component los van de gaskraan.
- Maak de component los van het steunblok van de pilootbrander en
vervang hem (Fig.4).
6.3 De gaskraan
- Verwijder de knoppen en het bedieningspaneel.
- Maak de buizen en de thermokoppel los en vervang de kraan.
6.4 De ontstekingsbougie
- Maak het deurtje open van de ruimte onder de kookkuip
22
Revisione 0.0

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Serie 900Serie 1100

Inhaltsverzeichnis