Storch Duomax 9000 Bedienungsanleitung Seite 28

3)
Probeer de sproeier nooit te verwijderen, het apparaat uit elkaar te halen of een storing te verhelpen zonder hierbij de
volgende procedure in acht te nemen:
- De veiligheidshendel van het spuitpistool in de blokkeerstand zetten
- Airlessapparaat uitschakelen
- Ovedruk in de slang laten ontsnappen door het spuitpistool te gebruiken
- Bypassventiel openen
- Voor het uitspoelen van het systeem altijd de sproeier afnemen en de vloeistofdruk op het airlessapparaat op de
laagste druk instellen.
- Alle aansluitingen voor ieder gebruik goed vastdraaien. De maximaal toegestane bedrijfsdruk bedraagt 228 bar.
- Controleer of de aangesloten accessoires zoals slangen, koppelingen, draaigewrichten en adapters geschikt zijn voor
de benodigde bedrijfsdruk. Als er een accessoire met een lagere toegestane bedrijfsdruk worden gebruikt, dan mag
deze drukwaarde in het gehele systeem niet worden overschreden.
4)
WAARSCHUWING:
De verfslang kan door slijtage, knikken, afslijpen, handhavingsfouten en dergelijke gaan lekken. Aangezien er op lekkende
plaatsen in de slang vloeistof ontsnapt die in de huid kan worden geïnjecteerd, moet iedere verfslang voor gebruik worden
gecontroleerd. Defecte slangen moeten direct worden vervangen. Lekkages in slangen mag nooit door provisorische
maatregelen zoals plakband enzovoort worden gedicht. Lekkende, defecte slangen kunnen niet worden gerepareerd en
moeten daarom altijd worden vervangen.
5)
Alleen slangen met een veer-knikbeveilging gebruiken.
6)
De minimale slanglengte bedraagt 15 m.
7)
Er moet een slangdruk-manometer worden aangesloten.
8)
Ter voorkoming van brand- of explosiegevaar door een statische ontlading dient te worden gecontroleerd of het
airlessapparaat correct geaard wordt opgesteld. Apparaten met elektrische motor moeten op een stroombron met randaarde
worden aangesloten. Controleer of de randaarde van het stopcontact tot en met het apparaat onafgebroken leidend wordt
gevoerd. Bij airlessapparaten met verbrandingsmotor moet het apparaatframe een geleidende verbinding met de in de
was gezette bodem hebben.
9)
Een airlessapparaat mag nooit in een vochtige omgeving of in de regen worden gebruikt.
Bewaar het apparaat nooit buiten.
10)
Aarding:
- Bij apparaten die over een elektrische aandrijving beschikken, vindt de aarding plaats via de randaarde in de aansluitkabel.
Hiertoe moet een voorschriftgewijs geïnstalleerd stopcontact met randaarde aanwezig zijn.
- Bij twijfel dient u de situatie voor aansluiting door een elektrovakman laten controleren.
- Bij apparaten met een aandrijving via een verbrandingsmotor moet het apparaat op een in de was gezette bodem
worden geplaatst. Als dit niet mogelijk is, dan dient er een aardingskabel van het apparaat naar een geaard aansluitpunt
te worden gelegd.
- Dit kan een waterleiding, een uit de bodem stekende buis of in de bodem gestoken stalen stang zijn.
Foutieve installatie van de aardleiding kan tot een ontlading van statische elektriciteit en daarmee tot een
stroomstoot leiden.
- Indien de aardingsvoorschriften aanvullende toelichting behoeven of er twijfel bestaat op de correcte aarding, neem
dan contact op met een elektrovakman.
11)
Elektrisch aangedreven airlessapparaten beschikken over een stroomkabel met randaarde. De hieraan bevestigde stekker
beschikt over meerdere aardcontacten, zodat deze in stopcontacten van verschillende landsystemen past. Als het niet
mogelijk is het apparaat correct aan te sluiten, dan moet een elektricien het stopcontact door een passend exemplaar
vervangen. Het gebruik van adapters is niet toegestaan.
28