Husqvarna RC 455 Bedienungsanweisung Seite 93

Gebruiksaanwijzing RC 455
Om het maxpunt te kalibreren:
OPGELET!
Kalibreer het nulpunt (zie voorgaande
bladzijde) voor het maxpunt. Dit om te
voorkomen dat u niet vergeet het hydraulisch
aggregaat te starten.
1. Kies het submenu "Sensor aan/uit kalibreren" in het
menu "Instellingen".
2. Blader met de pijltjestoetsen en druk op OK wanneer
"Druksensor voor hydraulica kalibreren" verschijnt.
3. Druk weer op OK wanneer in het display verschijnt
MAXPUNT KALIBREREN.
4. Stel de oliedrukreductieklep af op 215 bar.
5. Druk op pijl omhoog/omlaag tot de waarde voor de
oliedruk 215 bar aangeeft, d.w.z. dezelfde waarde als
op de drukmeter op de oliedrukreductieklep.
6. Druk op OK om te kalibreren.
7. Druk op pijl omlaag om naar het volgende deelmenu te
gaan.
4.7 Potentiometer kalibreren
Deze functie wordt gebruikt om de nulstanden van de
knoppen voor invoer en langsbeweging te kalibreren.
Om de nulstanden te kalibreren:
1. Blader met de pijltjestoetsen en druk op OK wanneer
"Potentiometer kalibreren" verschijnt.
In het display verschijnt: KALIBREREN 0 0. Het linker
getal betreft de invoer en het rechter getal betreft de
langsbeweging.
Wanneer de knoppen uit de nulstand zijn gedraaid,
verschijnen de nullen en een aantal >>>. Het aantal
pijltjes is afhankelijk van hoe lang de knoppen van de
nulstand af staan.
1. Verwijder de knoppen door de schroef aan de zijkant
van iedere knop weg te draaien. Gebruik een
inbussleutel.
2. Draai de assen tot er slechts twee nullen in het display
te zien zijn.
3. Monteer de knoppen weer.
4. Stel de plastic ring af.
5. Druk op OK.
6. Druk op pijl omlaag om "Terug naar menu" te gaan.
5 Instellingen Smartbox
Dit submenu bevat informatie over het hydraulisch
aggregaat en functies voor het instellen van eenheden en
PIN-code. Het submenu bestaat uit zes deelmenu's:
1. Versie Husqvarna Smartbox
2. AM (Amerikaanse) eenheden
3. Radio ID
4. ID Hydraul.aggr.
5. PIN-code
6. Wijzig PIN-code
1. Versie Husqvarna Smartbox. In het display verschijnt
het versienummer, bijv. 2.0, van de software.
• Druk op pijl omlaag om naar het volgende deelmenu te
gaan.
2. AM eenheden. In het display verschijnt: AM EENHE-
DEN en AAN of UIT. Wanneer de functie AAN is, ver-
schijnen Amerikaanse eenheden in het menusysteem.
• Druk op pijl omlaag om naar het volgende deelmenu te
gaan.
3. Radio ID
Om radiocontact te krijgen tussen de afstandsbediening
en het hydraulisch aggregaat, moet een ID-nummer
worden aangegeven. Om het ID-nummer te wijzigen,
moet de CAN-kabel aangesloten zijn tussen de
afstandsbediening en het hydraulisch aggregaat.
• Druk op OK wanneer RADIOID 0 0 in het display
verschijnt.
Het linker getal betreft de hoge cijferreeks en het
rechter getal betreft de lage cijferreeks.
• Geef, met de pijltjestoetsen, de hoge cijferreeks aan en
druk op OK.
• Geef, met de pijltjestoetsen, de lage cijferreeks aan en
druk op OK.
• Druk op pijl omlaag om naar het volgende deelmenu te
gaan.
Af fabriek is het ID-nummer gelijk aan het machinenum-
mer. Als de afstandsbediening of het hydraulisch aggre-
gaat worden vervangen of geherprogrammeerd, moet een
ID-nummer worden aangegeven. Wijzig bijvoorbeeld naar
het ID-nummer van het hydraulisch aggregaat.
4. ID Hydraul.aggr.
In het display verschijnt het identiteitsnummer van het
hydraulisch aggregaat. Het identiteitsnummer moet groter
zijn dan 0.
• Druk op pijl omlaag om naar het volgende deelmenu te
gaan.
Menufuncties
Nederlands - 93