NL
NEDERLANDS
Aansluitingen
Let op: gevaar, fakkel met spanningsklasse M. Hogere
spanning dan 113 V.
Controleren dat de druk en de luchtomvang met de vereisten
van de lataren overeenkomen.
Veiligheid
De brander niet op anderen, het eigen lichaam of metalen
richten wanneer de ontstekingsknop ingedrukt is.
Nooit lasschermen die kapot of defect zijn, gebruiken.
Niet zonder een speciale lasbril of veiligheidshelm in de las-
of plasmaboog kijken.
De ogen beschermen met het speciale, met adiactinisch glas
uitgerust lasscherm (beveiligingsfactor 9÷14 EN 169).
Onmiddellijk niet geschikte adiactinische glazen vervangen.
Een doorzichtig glas voor het adiactinische glas plaatsen om
dit te beschermen.
Niet de las- of snijboog aansteken zonder eerst te hebben
gecontroleerd of de personen die zich in de buurt bevinden
met de nodige beschermmiddelen zijn uitgerust.
Draag geen contactlenzen! De intense hitte van de boog kan
het vastplakken van de lens op het netvlies veroorzaken.
Draag geen natte handschoenen wanneer u de lasdraad naar
binnensteekt en de spoel vervangt.
Leren handschoenen dragen om brand- of schaafwonden
tijdens het hanteren van de stukken te voorkomen.
Rijd niet met wagens over het snoer van de fakkel.
Bevestig de fakkel niet in een bankschroef.
Stoot nergens met de uiteinden van de lantaarn tegenaan
om beschadiging van de isolators de voorkomen.
Zorg voor de zuivering van de lucht in de werkomgeving
waarin zich gassen en dampen ontwikkelen tijdens het
gebruik van de machine, vooral wanneer in beperkte ruimten
gewerkt moet worden.
Plaats de lasinstallatie of plasma snijinstallatie in goed
geventileerde ruimten.
Verwijder eventuele verflagen, die de te lassen of te snijden
onderdelen bedekken, omdat zich giftige gassen zouden
kunnen ontwikkelen. Zorg in ieder geval voor een goed
geventileerde werkomgeving.
Voer geen las- of snijwerkzaamheden uit op plaatsen waar
gaslekken zouden kunnen optreden of in de nabijheid van
verbrandingsmotoren.
Installeer de lasinstallatie of de plasma snijinstallatie ver van
ontvettingsbakken waarin trichloorethyleendampen of andere
chloorkoolwaterstoffen als oplosmiddelen worden gebruikt,
omdat de lasboog (of de plasmaboog) en de daardoor
voortgebrachte ultraviolette stralen met die dampen reageren
en zodoende fosgeen, een bijzonder giftig gas, vormen.
Steun niet op het te snijden deel en houd dit niet met de
handen vast.
Niet in vochtige of natte ruimten of tijdens regen lassen of
snijden.
Niet met versleten of loshangende kabels lassen of snijden.
Controleer regelmatig alle kabels en verzeker u ervan dat er
geen isolatiefouten, openliggende draden of loszittende
verbindingen zijn.
Niet lassen of snijden met kabels met een te kleine doorsnede;
onderbreek alle werkzaamheden zodra de kabels oververhit
raken, om een snelle verslechtering van de isolatie te
vermijden.
Onderhoud
Geen reparatiewerkzaamheden uitvoeren als het lasapparaat
onder spanning staat.
Voor het uitvoeren van onderhouds- of reparatie-
werkzaamheden de voeding naar de machine uitschakelen.
Vervang de afschermkap als het gat te groot of vervormd is.
Vervang de elektrode wanneer de krater groter dan 1,5 - 2
mm is.
Draai de buitenmond volledig aan.
De goede staat van de voedingskabel nagaan. Repareer de
kabel niet.
Gebruik uitsluitend originele onderdelen.
De reparaties moeten door ervaren personeel uitgevoerd
worden.
Verwerk de gebruikte onderdelen op een milieuvriendelijke
wijze.
7