Beschrijving Van Het Apparaat - Storch High-Dry 300 Bedienungsanleitung

1. Veiligheidsrichtlijnen
De bouwdroger High-Dry 300 moet altijd op geaarde stopcontacten worden aangesloten. Bij gebruik van de
apparaat dienen de geldende veiligheidsrichtlijnen altijd volledig in acht te worden genomen (raadpleeg hier-
toe plaatselijke bepalingen, bedrijfsverenigingen etc.).
Het apparaat moet in de bedrijfstoestand in verticale positie worden gehouden. Opgelet, condenswater in
de tank kan bij onjuiste bediening resp. bij transport van het apparaat in de bedrijfstoestand uit het reservoir
komen en in contact komen met de elektrische onderdelen! Voor alle werkzaamheden aan het apparaat de
stekker uit het stopcontact halen en het apparaat van het lichtnet scheiden.
Het apparaat heeft een spanningsbereik dat elektrische gevaren voor mens en dier kan opleveren. Dit
apparaat mag alleen door geautoriseerde personen worden geopend en / of worden gedemonteerd.
Instandhouding en reparaties mogen alleen door STORCH of door STORCH geautoriseerde servicestations
worden uitgevoerd. Het gebruik van het apparaat is de verantwoordelijkheid van en voor risico van de gebru-
iker.
Veiligheidsafstanden: de bouwdroger High-Dry 300 zuigt de lucht aan de achterkant van het apparaat aan
en blaast de ontvochtigde lucht aan de voorkant van het apparaat weer naar buiten. De minimale afstand
van de achterkant van het apparaat tot muren of andere afsluitende vlakken moet minstens 15 cm bedragen.
Het apparaat mag niet in kleine ruimtes worden gebruikt waar de luchtcirculatie niet kan worden gegarande-
erd. Het apparaat kan zijdelings langs muren worden geplaatst zonder dat de werking wordt verminderd.
De bouwdroger High-Dry 300 is geproduceerd met inachtneming van de geldende veiligheidsnormen. Opge-
let, geen voorwerpen in de ventilator resp. in het rooster voor de ventilator steken of houden.
Apparaat niet met hogedrukreinigers of agressieve reinigingsmiddelen behandelen! Opgelet, altijd voor vrije
toevoer en afvoer van lucht zorgen, rooster niet afdekken of afsluiten.
Reinig de apparaatoppervlakken met een vochtige doek etc. Voor het reinigen van de verdampervlakken,
lamellen evt. met stikstof of lucht uitblazen en lamellen, indien nodig, met lamellenkam recht zetten.
De filter regelmatig reinigen: reiniging gemiddeld eens per maand. Als het apparaat in zeer stoffige ruimtes
wordt gebruikt, dan moet de reiniging vaker worden uitgevoerd. In hoofdstuk 5 wordt de reiniging nader
beschreven. Als de filter vuil is, wordt de luchtdoorzet gereduceerd, daalt het ontvochtigingsvermogen en
kan het apparaat worden beschadigd.

2. Beschrijving van het apparaat

FUNCTIE
De bouwdroger High-Dry 300 is een luchtontvochtiger met een koelcircuit op condensatiebasis. De werking is geba-
seerd op natuurkundige wetmatigheden. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van het feit dat vochtige lucht condenseert
bij het raken van een koud oppervlak.
Een koelmachine koelt een warmtewisselaar waar de ruimtelucht doorheenloopt; deze lucht wordt afgekoeld en vocht
wordt als condensaat gescheiden. De ontvochtigde lucht wordt door een tweede warmtewisselaar geleid waar heet
gas van de koelmachine stroomt. Hierbij wordt de lucht weer verwarmd, de relatieve vochtigheid van de lucht daalt en
maakt nieuwe opname van vocht in de te ontvochtigen luchtruimte mogelijk.
De procedure is te zien op de onderstaande tekening: de lucht wordt achter aan het apparaat aangezogen en gaat ver-
volgens op volgorde door de filter (1) de koude verdamper (2) en de condensator (3). Vervolgens wordt de lucht door
de ventilator (4) door het rooster uitgeblazen en komt weer in de ruimte. Het condenswater wordt in het reservoir (5)
verzameld. Een microschakelaar (6) schakelt het apparaat uit wanneer het water in het reservoir een bepaalde vulgraad
bereikt en de vlotter omhoog komt. De vochtigheidsmeter (7) regelt het inschakelen van de luchtontvochtiger wanneer
de luchtvochtigheid in de ruimte de gewenste grens overschrijdt. Het geïntegreerde schakelbord (8) regelt alle proce-
dures binnen het apparaat, zoals de ontdooifunctie en het inschakelen van de compressor (9).
(Afbeelding op de volgende pagina)
11