Gebruik van de multimeter
a) Inleggen/vervangen van de batterij
Om ervoor te zorgen dat uw meetapparaat onberispelijk func-
tioneert moet hij worden uitgerust met twee microcellen (AAA) à 1,5
volt. Als het batterijsymbool op het display verschijnt, moet u de
batterij vervangen. Hiertoe handelt u als volgt:
- maak de meter los van het meetcircuit
- verwijder de meetsnoeren van het apparaat
- schakel het uit en
- draai met een passende schroevendraaier (kruiskop) de beve-
stigingsschroeven aan de achterzijde van de behuizing (onder-
kant, afgedekt door rubberdoppen) los
- Verwijder nu voorzichtig de onderste helft van de behuizing
- Haal de verbruikte batterijen uit het batterijvakje en
- vervang de batterijen door nieuwe batterijen van hetzelfde
type.
- Sluit het batterijvak weer zorgvuldig. Vergeet de rubberdoppen
niet!
Gebruik de meter nooit in geopende toestand!
Levensgevaarlijk!
Laat geen verbruikte batterijen in het apparaat zit-
ten, omdat zelfs tegen uitlopen beschermde batteri-
jen kunnen roesten en er daardoor chemicaliën vrij
kunnen komen, die schadelijk zijn voor uw gezond-
heid resp. het batterijvak vernielen.
80
Verbruikte batterijen zijn klein chemisch afval en
moeten daarom milieuvriendelijk verwijderd wor-
den. U vindt daarvoor in winkels e.d. speciale ver-
zamelbakken.
b) Vervangen van de zekering
U dient zich ervan te overtuigen, dat er ter ver-
vanging alleen zekeringen van het aangegeven type
en van de aangegeven nominale stroomsterkte ge-
bruikt worden. Het gebruik van gerepareerde zeke-
ringen of het overbruggen van en zekeringhouder is
niet toegestaan.
Voor het vervangen van de bereikszekering van de mA-stroomin-
gang koppelt u de meter los van het meetcircuit en schakelt u het
apparaat uit. Verwijder alle aangesloten snoeren en testpunten.
Neem een passende kruiskopschroevendraaier en open de behui-
zing van de meter, zoals beschreven onder „a) vervangen batterij"
staat beschreven. Verwijder de defecte zekering en vervang deze
door een zekering van hetzelfde type en stroomsterkte 0,5 A flink,
250 V; gebruikelijke aanduiding: F 0,5A/250 V of F 500 mA/250 V.
Nadat de zekering vervangen is sluit u de meter weer zorgvuldig.
Neem de meter pas weer in gebruik, als de behuizing weer
gesloten en dichtgeschroefd is.
c) Aansluiten van de meetsnoeren
Gebruik voor uw metingen alleen de meegeleverde meetsnoeren.
Kijk voor iedere aansluiting steeds naar de toestand van de aans-
luitstekker resp. naar de meetpunten alsmede of de isolatie nog
onbeschadigd is.
Deze meetsnoeren zijn toegelaten voor spanningen tot max. 600 V.
Uw meter, de VC-222 is ontworpen voor spanningen tot max. 600
81