h) Display-weergave resp. symbolen boven de
werkingssoorten
- Diodetest
De waarde die bij de diodetest aangegeven wordt, is de door-
laatspanning bij ca. 1 mA teststroom. Het meetbereik bedraagt
hier 0 tot ca. 3,0 V.
- Negatieve polariteit
Bij omgewisselde meetsnoeren resp. bij negatieve polariteit ver-
schijnt een „-"-teken voor de meetwaarde.
- Transistortest
Bij de transistortest wordt de hfe-parameter gemeten „ß„
- Alle overige symbolen, die voor de verschillende maateenheden
staan:
AC
=
wisselgrootte
MV
=
Millivolt (exp. -3)
V
=
Volt
uA
=
Microampère (exp. -6)
mA
=
Milliampère (exp. -3)
A
=
Ampère
ß
=
hfe-waarde bij de transistormeting
k½
=
KiloOhm (exp. 3)
M½
=
MegaOhm (exp. 6)
84
Uitvoeren van metingen
A Gelijkspanningmeting
Overschrijd in geen geval de max. toelaatbare in-
gangsgroottes. Max. 600 VDC resp. VACrms.
Raak geen schakelingen of delen van schakelingen
aan, als u daarin hogere spanningen dan 25 VACrms
of 35 VDC meet.
Voor het meten van gelijkspanningen handelt u als volgt:
1. Verbind het rode meetsnoer met de V/Ohm-bus en het zwarte
meetsnoer met de COM-bus.
2. Zet de draaischakelaar op „V=". Het omschakelen van het meet-
bereik geschiedt automatisch, d.w.z. de meter past zich auto-
matisch aan de aanwezige meetgrootte aan.
3. Verbind de punten van de meetsnoeren met het te meten object
(last, schakeling enz.).
4. De betreffende polariteit van de meetwaarde wordt samen met
de actuele meetwaarde op het display afgebeeld.
Elk van de gelijkspanningbereiken DCV geeft een ingangsweer-
stand van minstens 10 Mohm aan, in het 400-mV-bereik zelfs meer
dan 4 Gohm (4000 Mohm). In het wisselspanningbereik parallel met
< 20 pF (AC-gekoppeld).
Zodra er bij de gelijkspanningsmeting een „-" voor de meetwaarde
verschijnt, is de gemeten spanning negatief (of u hebt de meetsno-
eren verwisseld).
Aanwijzingen!
Doordat de meetingang zeer gevoelig is, kan het zijn dat bij vri-
jliggende meetsnoeren (niet met een meetobject verbonden)
een of andere meetwaarde weergegeven wordt. Deze „verschi-
jning" is normaal en verdwijnt weer, zodra u de meting uitvoert.
85