B) Ontvangstantenne Monteren; C) Scheepsschroef Controleren; D) Roer Controleren - Reely Flame Bedienungsanleitung

b) Montage van ontvangstantenne
Naargelang de gebruikte afstandsbediening (27/40 MHz of 2,4 GHz) moet u overeenkomstig de voorschriften van de
gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening, de ontvanger in de scheepsromp monteren.
Moderne afstandsbedieningen met de 2,4 GHz-techniek hebben op de zender en ontvanger slechts korte
antennes nodig voor een betrouwbaar gebruik. Als ontvangstantenne zelf zijn slechts de weinige centimeters
die niet geïsoleerd zijn, van belang. De rest van de antennekabel dient als leiding/verlenging om vb. een
antenne uit een romp te kunnen voeren. Voor een veilige ontvangst volstaat het dat de laatste drie centimeter
van de ontvangstantenne in de romp vb. met een kort, in de romp gekleefd stuk Bowden-buisje verticaal in
de romp wordt geplaatst.
Gebruikt u een 27, resp. 40 MHz-afstandsbediening, dan moet de ontvangstantenne met een Bowden-
buisje voldoende lang uit de scheepsromp verticaal naar boven worden gevoerd.
Belangrijk!
Het bereik van de afstandsbediening kan bij een foutief geplaatste ontvangstantenne (de antenne ligt vb.
alleen in de scheepsromp) drastisch worden verkort. In dit geval is het model niet meer bestuurbaar. Controleer
voor elke vaart de correcte positie van de ontvangstantenne.

c) Scheepsschroef controleren

Controleer de scheepsschroef en haar contramoeren voor elke vaart op haar vaste zitting en beschadigingen. Een
beschadigde scheepsschroef moet voor het uitvaren worden vervangen. Als dit niet in acht wordt genomen, kan het
gebeuren dat de scheepsschroef tijdens het gebruik ongewild loskomt of breekt. Hierbij bestaat het gevaar voor
verdere schade aan uw model. Bovendien kan uw model niet meer worden bestuurd.
In verband met de scheepsschroef neemt u ook de verdere informatie in het hoofdstuk „Scheepsschroef vervangen"
in acht.

d) Roer controleren

In afbeelding 3 ziet u het roer (1), de bevestigings-
schroeven van het roer (2), de stangenaansluiting
voor de besturingsstang (3), de aansluiting van de
waterkoeling (4) en de inlaatopeningen van de
waterkoeling (5).
Voor de eerste vaart moet het roer (1) met twee
schroeven met moeren M3 x 10 mm worden
gemonteerd. Steek hierbij de stuurstangen in de
stangaansluiting (3).
Schakel uw afstandsbediening in en stel de stuur-
servo op de neutrale stand in. Stel het roer eveneens
in de neutrale stand af.
Maak nu met de binnenzeskantschroef van de
stangaansluiting de stuurstang vast. Controleer de
functie roerbesturing.
Afbeelding 3
71