Voor het meten van wisselspanningen (V
- Schakel de DMM met de draaischakelaar in en kies het voor uw spanning pas-
sende meetbereik „V
- Sluit nu de beide meetstiften aan op het
meetobject (generator, schakeling, enz.).
- De meetwaarde wordt in het display weer-
gegeven.
Het spanningsbereik „V DC/AC" bezit een ingangsweerstand van
>1 MOhm.
- Schakel het meetapparaat na beëindiging van de meting uit. Draai de draaischa-
kelaar in de positie „OFF".
b) Weerstandsmeting
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en com-
ponenten evenals andere meetobjecten absoluut spannings-
loos zijn.
Voor de weerstandsmeting gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM met de draaischakelaar in en kies het voor uw doel passende
meetbereik „Ω".
- Controleer de meetleidingen op doorgang door beide meetstiften met elkaar te
verbinden. Nu moet zich een weerstandswaarde van ca. 0,5 ohm instellen.
- Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject.
De meetwaarde wordt in het display weergegeven,
mits het meetobject niet hoogohmig of onderbroken is.
- Zodra „1" (= overloop) in het display verschijnt, heeft u
het meetbereik overschreden of is het meetcircuit onderbroken. Schakel naar het
eerstvolgende hogere meetbereik om.
- Schakel het meetapparaat na beëindiging van de meting uit. Draai de draaischa-
kelaar in de positie „OFF".
62
".
) gaat u als volgt te werk: