10.1.4.1 Lichtverhouding tussen de groepen
REMOTE
ETTL
MASTER
• Wanneer u een lichtverhouding voor de
A : B
1 : 1
A : B
REMOTE
ETTL
MASTER
• Druk in het aanraakscherm op de sensorto-
A : B
1 : 1
x
A
B
REMOTE
ETTL
MASTER
De gewenste instelling treedt onmiddellijk in
A : B
werking.
1 : 4
A : B
132
A en B op de masterflitser instellen
slaafgroepen A + B wilt instellen, drukt u in
het aanraakscherm zo vaak op de sensor-
A : B
toetsen
tot het keuzemenu voor een
lichtverhouding verschijnt.
A 3
4 B
ets
of
en stel een lichtverhouding
(bijv. 1 : 4) voor de slaafgroepen in.
10.1.4.2 Belichtingscorrectie (EV) voor flits-
REMOTE
ETTL
MASTER
De lichtverhouding
A : B
C
beschreven onder 10.1.4 .
1 : 4
• Druk, als u een correctiewaarde voor de
flitsbelichting (EV) voor de flitsgroep C wilt
A : B I C
instellen, in het aanraakscherm op de
sensortoets
O
RATIO/EV
• Druk in het aanraakscherm op
A : B
u
1 : 4
C
u
O
EV
• Stel met behulp van de sensortoetsen
1/3
een correctiewaarde voor de flitsbe-
lichting (EV) (bijv. +2/3) in.
2/3
1
p
q
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
toets
REMOTE
ETTL
MASTER
De instelling treedt onmiddellijk in werking.
A : B
C
1 : 4
2/3
Slaafflitsgroep C wordt meestal gebruikt voor
verlichting van de achtergrond, om scha-
A : B I C
duwvorming daarop te voorkomen.
groep C op de masterflitser
instellen
A:BIC
instellen als
A:BIC
.
.
2/3
.