Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

De Aanduiding Van De Belichtingscontrole (Optisch En Akoestisch); Mogelijke Signalen Van De Zoemer; De Ttl-Flitsfunctie - Metz MECABLITZ 60 CT-4 Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
2.5 De aanduiding van de belichtingscontrole (optisch en
akoestisch)
De aanduiding van de belichtingscontrole
opname in de TTL- of de automatisch-flitsenfunctie correct werd/wordt
belicht.
Daarmee heeft u bij de automatisch-flitsenfunctie de mogelijkheid om door
een met de hand te ontsteken proefflits de geschikte diafragmawaarde te
bepalen, wat in het bijzonder bij indirect flitsen met moeilijk vooruit in te
schatten reflectieomstandigheden van belang is. In de TTL-functie is een pro-
efflits niet mogelijk.
De proefflits wordt ontstoken door te drukken op de ontspanknop voor hand-
bediening.
Blijft de aanduiding van de belichtingscontrole
donker, dan moet u het eerstvolgend lagere diafragmagetal instellen
of de afstand naar het reflecterende vlak, c.q. het onderwerp verklei-
nen en de proefflits herhalen.
De aldus bepaalde diafragmawaarde moet ook op de camera wor-
den ingesteld
Hou bij de proefflits de flitser met zijn fotosensor net zoals bij de latere
opname.
Met de schakelaar ² (afb. 5) kan een akoestisch signaal van de
belichtingscontrole
worden ingeschakeld.
Bij een correcte belichting klinkt bij een ingeschakelde akoestische
aanduiding
van de belichtingscontrole een ononderbroken zoem-
toon van ong. 1 sec.

2.6 Mogelijke signalen van de zoemer

Onmiddellijk na het ontsteken van een flits klinkt er een ononderbro-
ken zoemtoon en de aanduiding van de belichtingscontrole
3) en die van de flitsparaatheid
gereed om te flitsen.
Onmiddellijk na het ontsteken van een flits klinkt een ononderbroken
(afb 3) licht alleen op als de
(afb. 3) na de proefflits
(afb.
lichten op - correct belicht,
zoemtoon maar alleen de aanduiding van de belichtingscontrole
(afb. 3) licht op - correct belicht, flitser nog niet gereed om te flitsen.
Onmiddellijk na het ontsteken van een flits klinkt er geen geluid en de
aanduiding van de belichtingscontrole
ding van de flitsparaatheid
nog niet gereed om et flitsen.
3. De TTL - flitsfunctie
(alleen mogelijk met SCA-adapters)
In de TTL - flitsfunctie bereikt u op eenvoudige wijze goede flitslichtopnamen.
In deze functie wordt de belichtingsmeting door de sensor in de camera uit-
gevoerd. Deze sensor meet het door het objectief heen op de film vallende
licht. Bij het bereiken van de vereiste hoeveelheid licht, zendt de elektronica
in de camera een signaal aan de adapter ( accessoire ), en de uitstraling van
het flitslicht wordt onmiddellijk onderbroken.
Het voordeel van deze werkmethode ligt hierin, dat alle factoren die de
belichting kunnen beïnvloeden ( opnamefilters, veranderingen van diafragma
en brandpuntsafstand bij zoomobjectieven, uittrekverlengingen bij dichtbi-
jopnamen enz. ) automatisch meeberekend worden.
De TTL-flitsfunctie kan alleen met camera's worden uitgevoerd, die met
deze functie uitgerust zijn. Het is niet voldoende alleen de flitser in de
stand „TTL" te zetten. Voor het testen van de TTL-functies moet zich film
in de camera bevinden.
Bij sterke contrastverschillen, bijv. een donker onderwerp in de sne-
euw, kan een correctie op de belichting vereist zijn. ( hoofdstuk 10.2).
Instelmethode voor de TTL - flitsfunctie
• Stel de camera in volgens de opgaven in zijn gebruiksaanwijzing.
• Voorzie de flitser van de betreffende SCA-adapter en sluit hem op de
camera aan.
• Schakel de flitser via zijn hoofdschakelaar ¸ (afb. 6) in.
• Schuif de sleutelschakelaar
(afb. 3) naar beneden en ontgrendel daar-
(afb. 3) alsook de aandui-
lichten niet op - onderbelicht, flitser
31

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis