Hilti DD 250 Bedienungsanleitung Seite 213

Aanwijzing
Bij gebruik van de boorkolom met ankervoetplaat zorgen voor een vaste en vlakke verbinding tussen
vacuümvoetplaat en ankervoetplaat. De ankervoetplaat op de vacuümvoetplaat bevestigen. Controleer
of de gekozen boorkroon de vacuümvoetplaat niet beschadigt.
Let er voor de plaatsing van de boorkolom op, dat er voldoende plaats is voor de montage en de
bediening.
De vacuümbevestiging alleen gebruiken voor het gebruik van boorkronen met een diameter van
≤ 300 mm (≤ 12 in) en zonder gebruik te maken van een afstandstuk.
In de handgreep van de vacuümvoetplaat is een vacuümventilatieklep ingebouwd waarmee het
vacuüm weer kan worden opgeheven.
1. Draai alle nivelleerschroeven terug tot ze circa 5 mm (1/5 in) onder de vacuümvoetplaat uitsteken.
2. Verbind de vacuümaansluiting van de vacuümvoetplaat met de vacuümpomp.
3. Plaats de boorkolom op de vacuümvoetplaat.
4. Monteer de boorkolom met de meegeleverde bouten met een ring op de vacuümvoetplaat en zet de
bouten vast.
Aanwijzing
DD-HD 30: Gebruik de dunnere van de beide meegeleverde ringen.
DD-ST 200: Gebruik de dikkere van de beide meegeleverde ringen.
5. Bepaal het midden van het boorgat. Trek een lijn van het midden van het boorgat in de richting waar het
apparaat komt te staan.
6. Plaats een markering op de lijn op de aangegeven afstand van het midden van het boorgat. Stel het
midden van de voorkant van de vacuümvoetplaat op de geplaatste markering af.
Aanwijzing
Erop letten dat de ondergrond waarop de vacuümvoetplaat wordt geplaatst, vlak en schoon is.
Ideale afstand van boorcentrum voor DD-HD 30: 165 mm (6 1/2 in)
Ideale afstand van boorcentrum voor DD-ST 200: 215 mm (8 1/2 in)
7. Schakel de vacuümpomp in, druk de vacuümventilatieklep in en houd deze ingedrukt.
8. Wanneer de boorkolom juist gepositioneerd is, laat u de vacuümventilatieklep los en drukt u de
vacuümvoetplaat tegen de ondergrond.
9. Nivelleer de vacuümvoetplaat met de nivelleerschroeven. Gebruik daartoe de nivelleerindicaties.
Aanwijzing
De ankervoetplaat kan en mag niet op de vacuümvoetplaat worden genivelleerd.
10. Verzeker u ervan dat de boorkolom stevig bevestigd is.
5.6 DD-HD 30: Boorkolom met schroefspindel (toebehoren) bevestigen
1. Verwijder de afdekking (met geïntegreerde eindaanslag) aan de bovenzijde van de rail.
2. Plaats de cilinder van de schroefspindel in de rail van de boorkolom.
3. Bevestig de schroefspindel door de excenter te verdraaien.
4. Plaats de boorkolom op de ondergrond.
5. Nivelleer de grondplaat met de nivelleerschroeven.
6. Span de boorkolom met de schroefspindel en borg deze.
7. Verzeker u ervan dat de boorkolom stevig bevestigd is.
5.7 DD-ST 200: Boorkolom met schroefspindel (toebehoren) bevestigen
1. Bevestig de schroefspindel aan het bovenste uiteinde van de rail.
2. Plaats de boorkolom op de ondergrond.
3. Nivelleer de grondplaat met de nivelleerschroeven.
4. Span de boorkolom met de schroefspindel en borg deze.
5. Verzeker u ervan dat de boorkolom stevig bevestigd is.
Printed: 22.08.2017 | Doc-Nr: PUB / 5245693 / 000 / 02 Printed: 22.08.2017 | Doc-Nr: PUB / 5245693 / 000 / 03
Nederlands 205