Ottobock 7E7 Gebrauchsanweisung Seite 47

Ga als volgt te werk:
• Trek een stuk perlon-buistricot dat twee keer zo lang is als het gipspositief, voor de helft over
het gipspositief, draai dit aan de niet-geamputeerde zijde een paar keer rond en sla het terug.
• Breng hierover nog 2 lagen perlon aan.
• Versterk de bekkenkorf op het zitvlak met carbonvezelmat en glasvezelmat.
• Sluit de schroefdraadgaten in de ingietplaat af met plastaband 636K8.
• Vlecht door de boorgaten in de ingietplaat glaskoord 699B1.
• Positioneer de ingietplaat aan de hand van de markering op het gipspositief en leg een laag
glasvezelmat en een laag carbonvezelmat op de plaat.
• Breng tot slot een laag perlon-buistricot aan. Neem hierin ook de vulslangen, de Trolen-strip
en de schroefdraadplaten op.
• Trek het buitenfolie over het versterkte gipspositief en leid de vulslangen door de gietopening.
3.1.3 Gietharstechniek
Door de ventraal en dorsaal aangebrachte vulslang, waarin de Orthocrylhars 617H17 (zacht)
wordt gegoten, kunnen de betreffende delen flexibel worden uitgevoerd. Het gedeelte aan de
geamputeerde zijde wordt gegoten met Orthocryl-lamineerhars 617H19.
Belangrijk is een gedifferentieerde giethars- en afzuigtechniek, zo mogelijk met twee orthopedisch
instrumentmakers.
3.1.4 Afwerking en montage
• Zaag nadat de hars is uitgehard, de gietring aan de rand open.
• Snijd de buiten- en binnennaad langs de Trolenrand met een mes open.
• Haal de bekkenkorf van het gipspositief af en slijp de randen af.
• Leg het schroefdraadgat van de ingietplaat vrij en monteer het heupscharnier aan de bekkenkorf.
3.1.5 Gebruik van de gietdummy 7Z58=N
Nadat de bekkenkorf met het daaraan gemonteerde heupscharnier door de patiënt is gepast om
de korf te controleren op zijn functionaliteit, moet het scharnier weer worden gedemonteerd en
moet er met behulp van de meegeleverde gietdummy een bescherm- resp. aansluitkap worden
gemaakt. Dit is nodig om de scharnierfunctie te waarborgen en om het mogelijk te maken een
schuimstofovertrek over de prothese aan te brengen. Om ervoor te zorgen dat de gietdummy resp.
de kap correct wordt gepositioneerd, moeten de aangegoten geleidepennen van de gietdummy
in de twee schroefdraadgaten van de ingietplaat worden gestoken.
3.2 Opbouw
Op afb. 2 ziet u een opbouwadvies voor een bekkenprothese met heupscharnier 7E7, een afge-
schuinde schroefadapter 4R56, een kniescharnier 3R60 en een Trias 1C30.
De afgeschuinde schroefadapters zijn speciaal geconstrueerd voor de instelbare verbinding tussen
de buis van het heupscharnier en de piramideadapter van het kniescharnier. De schroefadapter
heeft afhankelijk van het verloop van de buis van het naar voren verplaatste heupscharnier een
afschuining van 10° (4R56), 20° (4R56=1) of 30° (4R56=2).
3.3 Instelmogelijkheden
Het heupscharnier 7E7 is in drie vlakken instelbaar: abductie – adductie, flexie – extensie en ro-
tatiestand van de heupas (afb. 3).
7E7 Ottobock | 47