Temperatuurindicatie
De gele thermometer rechtsonder in het display geeft
aan dat het apparaat opwarmt.
Is er een verwarmingsmethode ingesteld, dan raken de
balken van onderen naar boven geel gevuld, naarmate
de binnenruimte verder opwarmt.
Bij de grill- en stoomfunctie zijn de balken direct
volledig verlicht.
Bij de magnetronfunctie zijn de balken niet verlicht.
Wanneer u voorverwarmt, is het optimale tijdstip voor
het plaatsen van het gerecht bereikt zodra alle vier de
lijnen geel verlicht zijn.
Aanwijzing: Door thermische traagheid kan de
weergegeven temperatuur een beetje afwijken van de
werkelijke temperatuur in de binnenruimte.
Nachtmodus
Om energie te besparen wordt de helderheid van het
display van 22 tot 5.59 uur automatisch verminderd.
Draaiknop
Met de draaiknop wijzigt u de instelwaarden die op het
display worden weergegeven en in de focus staan.
Bij de meeste keuzelijsten, bijv. programma's, begint na
het laatste punt het eerste weer.
Bij waarden, bijv. gewicht, moet u de draaiknop weer
terugdraaien wanneer de minimale of maximale waarde
bereikt is.
Functies
Uw apparaat beschikt over verschillende functies die
het gebruik vergemakkelijken.
De precieze beschrijvingen hiervan vindt u in de
betreffende hoofdstukken.
Functie
Verwarmingsmethoden
~ "Apparaat bedienen"
op pagina 156
Magnetron
~ "De magnetron"
op pagina 157
Stoom
~ "Stoom" op pagina 160
Gecombineerde werking met
magnetron
~ "Magnetron-combi
instellen" op pagina 159
Gebruik
Er zijn verschillende fijn afgestemde
verwarmingsmethoden voor een opti-
male bereiding van uw gerechten.
Met de magnetron kunt u de gerech-
ten sneller bereiden, verwarmen of
ontdooien.
Er zijn verschillende fijn afgestemde
stoomstanden voor een optimale
bereiding van uw gerechten.
Hiermee kunt u naast een verwar-
mingsmethode de magnetron inscha-
kelen.
Het apparaat leren kennen
Stoom-combi
~ "Stoom-combi instellen"
op pagina 161
Reinigen
~ "Reinigingsfunctie"
op pagina 172
Basisinstellingen
~ "Basisinstellingen"
op pagina 169
--------
Verwarmingsmethoden
Om altijd de juiste verwarmingsmethode voor uw
gerecht te kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over de
verschillen en toepassingen.
Aan de hand van de afzonderlijke symbolen ziet u om
welke verwarmingsmethoden het gaat.
Verwarmings-
Tempera-
methode
tuur
~ Hete lucht
40 °C
100-230°C
$ Grill
Grillstanden:
1 = zwak
2 = gemid-
deld
3 = sterk
# Circulatiegril-
100-190 °C Voor het braden van gevogelte,
len
--------
Voorgestelde waarden
Bij elke verwarmingsmethode geeft het apparaat een
voorgestelde temperatuur of stand weer. U kunt deze
overnemen of in het betreffende gebied veranderen.
Hiermee kunt u naast een verwar-
mingsmethode de stoomfunctie
inschakelen.
Er zijn verschillende functies voor de
reiniging: Ontkalken en Spoelen.
U kunt de basisinstellingen van uw
apparaat aanpassen aan uw wensen.
Gebruik
Gistdeeg laten rijzen, slagroom-
taarten ontdooien.
Voor het bakken en braden op één
niveau.
Voor het grillen van platte stukken,
zoals steaks, worstjes of toast, en
voor het gratineren.
hele vis en grotere vleesstukken.
nl
151