– Voertuigbanden/bandventielen mogen
uitsluitend gereinigd worden vanop een
minimum spuitafstand van 30 cm. An-
ders kan de voertuigband/het bandven-
tiel beschadigd worden door de hoge-
drukstraal. Het eerste teken van een
beschadiging is de verkleuring van de
band. Beschadigde voertuigbanden zijn
een bron van gevaar.
– Asbesthoudende en andere materialen
die gevaarlijke stoffen bevatten, moe-
gen niet afgespoten worden.
– Ter bescherming van de exploitant te-
gen buiswater moet geschikte veilig-
heidskledij gedragen worden.
– Altijd letten op een vaste koppeling van
alle aansluitslangen.
– De hefboom van het handspuitpistool
mag tijdens de werking niet vastge-
klemd worden.
Druk/temperatuur en reinigingsmiddel-
concentratie instellen volgens het te rei-
nigen oppervlak.
Drievoudige sproeier
Handspuitpistool sluiten.
Behuizing van de sproeier draaien tot
het gewenste symbool overeenstemt
met de markering:
Vlakke hogedrukstraal (25°)
voor uitgestrekt vuil
Ronde hogedrukstraal (0°) voor
bijzonder hardnekkig vuil
Vlakke lagedrukstraal (CHEM)
voor de werking met reinigings-
middel of reinigen met een lage
druk
Ronde of vlakke straal selecteren door con-
tactloos omschakelen:
Spuitpistool sluiten.
De ongeveer 45° naar beneden gerich-
te straalpijp naar links of rechts draaien.
Instructie: Hogedrukstaal altijd eerst van
grotere afstand op het te reinigen object
richten, om schade door te hoge druk te
vermijden.
56
Reinigen
Apparaat inschakelen
Watertoevoer openen.
Temperatuurregelaar op werking met
koud/heet water stellen.
Motor bij geopend handspuitpistool
overeenkomstig de gebruiksaanwijzing
van de motorfabrikant starten.
Instructie:
Om de startprocedure te vereenvoudigen,
kan de straalbuis of de sproeier worden
verwijderd.
Hefboom van het handspuitpistool be-
dienen.
Werken met koud water
Temperatuurregelaar op stand „Bran-
der uit" stellen.
Werken met heet water
GEVAAR
Verbrandingsgevaar!
Temperatuurregelaar op de gewenste
arbeidstemperatuur instellen. De bran-
der wordt ingeschakeld.
Werking met reinigingsmiddel
LET OP
Ongeschikte reinigingsmiddelen kunnen
het apparaat en het te reinigen object be-
schadigen.
– Ter milieubescherming zuinig omsprin-
gen met reinigingsmiddelen.
– Aanbevolen dosering en instructies bij
de reinigingsmiddelen in acht nemen.
– Er mogen uitsluitend reinigingsmidde-
len gebruikt worden die door de fabri-
kant zijn toegelaten.
– Kärcher-reinigingsmiddelen garande-
ren een storingsvrije werking. Laat u
adviseren of vraag onze catalogus of in-
formatiebladen van de reinigingsmidde-
len aan.
Reinigingsmiddel-zuigslang in een re-
servoir met reinigingsmiddel hangen.
Sproeier op „CHEM" stellen.
Reinigingsmiddel-doseerapparaat op
gewenste concentratie stellen.
– 6
NL