4
Monteren
4.1
Besturingskast monteren
Kies een montageplek en zorg daarbij dat:
In de directe omgeving van de besturingskast een pas-
sende stroomvoorziening aanwezig is.
De besturingskast veilig en correct kan worden beves-
tigd.
Monteer alle bevestigingsschroeven (boorsjabloon wordt
meegeleverd). Zorg hierbij dat de afstand tussen de
schroefkoppen en het bevestigingsvlak ongeveer 3 tot 4
mm bedraagt.
Hang de besturingskast aan de bevestigingsschroeven en
duw hem licht omlaag.
4.2
Elektrische aansluiting
GEVAAR
Gevaar door foutief gedimensioneerd leidingwerk.
De installatie is uitsluitend voor gebruik met de
meegeleverde (of gelijkwaardige) aansluitleidingen
bedoeld. Overleg in geval van twijfel met de fabri-
kant/leverancier.
016-306
Inbouw- en bedieningshandleiding
85 / 120