9.2 AAN/UIT-schakelaar (16) (afb. 2)
• Inschakelen:Druk op de groene toets "I".
• Uitschakelen:Druk op de rode toets "0".
U kunt aan het rode waarschuwingslampje (39) zien of
de machine in- of uitgeschakeld is. Als deze brandt,
is de machine ingeschakeld. (Bij de modus voetpedaal
start de machine pas door het bedienen van het pe-
daal, rode waarschuwingslampje (39) brandt.)
Tussen de modus voetpedaal en continubedrijf mag al-
leen worden geschakeld, als het rode waarschuwings-
lampje (39) niet brandt. Eventueel de machine eerst
uitschakelen door de rode knop in te drukken "0".
Voordat u de machine inschakelt, controleert u in wel-
ke modus (pedaal/continubedrijf) de machine zich be-
vindt.
m Let op voor onvoorzien bedienen van de voetpe-
daal.
Plaats het pedaal (7) op de grond. Door het indrukken
van het pedaal met de voet kan de machine in pedaal-
modus worden in-/uitgeschakeld. Een voetpedaal voor
het in- en uitschakelen is met name bij binnenzaag-
snedes praktisch aangezien men zo de handen vrij
heeft en u zich kunt focussen op het werkstuk onder
de decoupeerzaag. Het toerental kan hiermee echter
niet worden beïnvloed.
LET OP
De machine is voorzien van een veiligheidsschakelaar
tegen herinschakelen van de machine na spannings-
uitval.
Als de decoupeerzaag is ingeschakeld en de stroom-
voorziening wordt onderbroken, blijft de decoupeer-
zaag uitgeschakeld, ook als de stroomvoorziening
weer wordt hersteld. Voor het inschakelen drukt u op-
nieuw op toets "I".
9.3 Slagregelaar (afb. 2)
Met de slagregelaar (18) kunt u het aantal slagen
overeenkomstig het te zagen materiaal instellen. Voor
zacht materiaal adviseren wij een hoger aantal slagen,
voor hard materiaal een lager aantal slagen. Draai de
slagregelaar (18) rechtsom om het aantal slagen te
verhogen. Draai de slagregelaar linksom om het aantal
slagen te verlagen.
82 | NL
9.4 Werkmodi (afb. 1, 2)
De decoupeerzaag kan met de hand of met het voetpe-
daal (7) worden bediend. De keuze tussen de bedrijfs-
modi geschiedt via de schakelaar (17).
De keuze van bedrijfsmodus moet altijd plaatsvinden
bij een uitgeschakelde machine. Als de schakelaar op
stand „0" staat, bevindt de machine zich in de modus
voetpedaal.
Als de schakelaar op stand „I" staat, bevindt de machi-
ne zich in continubedrijf.
Let op! Bij de modus voetpedaal kan de machine door
onvoorzien bedienen van de voetpedaal worden ge-
start.
Let op! Machine bij ingeschakelde toestand nooit on-
beheerd laten.
9.4.1 Besturing met de hand
1.
Controleer of de machine is ingeschakeld.
2.
Zet de keuzeschakelaar werkmodus (17) op de
positie "I" om de zaag met de hand te bedienen.
3.
Stel de slagregelaar (18) in op een voor het mate-
riaal geschikte aantal slagen (zie 9.4).
9.4.2 Besturing met het voetpedaal
1.
Controleer of de machine is ingeschakeld.
2.
Zet de keuzeschakelaar werkmodus (17) op de
positie "0" om de zaag met het voetpedaal (7) te
bedienen.
VOORZICHTIG
De machine is in deze positie niet uitgeschakeld. Bij het
omzetten van besturing met het voetpedaal naar be-
sturing met de hand start de machine automatisch. Het
aantal slagen komt overeen met het op de slagregelaar
(18) ingestelde aantal slagen.
9.5 Uitvoeren van uitsparingen
Met deze decoupeerzaag zijn uitsparingen in werk-
stukken mogelijk, zonder dat de buitenzijde of de om-
vang van het werkstuk beschadigd wordt.
1.
Verwijder het zaagblad (22) zoals onder 8.1 be-
schreven.
www.scheppach.com