Cochlear Baha Bedienungsanleitung Seite 26

Houd de geluidsprocessor voorzichtig bij de
2
hoekpunten vast en druk de aansluiting van het
accessoire voorzichtig in de DAI-poort.
Opmerking: Niet alle geluidsprocessors hebben een
directe audio-ingang (DAI). Raadpleeg deel A van de
gebruikershandleiding voor meer informatie.
Specifiek DAI-programma en
gecombineerde microfooninput
Een optioneel DAI-programma, dat uw audioloog
kan instellen, stelt u in staat te luisteren naar
geluiden die via de DAI binnenkomen.
De luisterspoel gebruiken
De luisterspoel (Telecoil) verbetert het geluid
bij het gebruik van bepaalde vaste en mobiele
telefoons. Daarnaast geeft deze u toegang tot
ringleidingsystemen in woningen en openbare
gebouwen. Sluit de luisterspoel aan op de DAI-poort.
De audio-adapter gebruiken
Met de audio-adapter kunt u luisteren naar
het geluid van computers, stereo's, tv's, mp3-
spelers en andere externe audio-apparatuur.
Deze kunnen rechtstreeks op de geluidsprocessor
worden aangesloten. Het ene uiteinde van de
audio-adapter wordt aangesloten op de DAI van
de geluidsprocessor. Het andere uiteinde wordt
aangesloten op het audio-apparaat.
Opgelet: Het rechtstreeks aansluiten
van elektrische apparatuur op de
geluidsprocessor is zeer gevaarlijk. Gebruik
altijd de audio-adapter wanneer u een externe
geluidsbron aansluit op uw geluidsprocessor.
Cochlear is niet aansprakelijk voor schade die
ontstaat als gevolg van onjuist gebruik of het
aansluiten van ongeschikte apparatuur.
Een FM-ontvanger gebruiken
Met een FM-ontvanger kunt u gebruik maken
van FM-systemen die veel in klaslokalen gebruikt
worden.
Uw audioloog kan u een lijst met verkrijgbare FM-
ontvangers verstrekken. Sluit de FM-ontvanger aan
op de DAI-poort. Zorg ervoor dat u bij het gebruik
26
van een FM-ontvanger over extra batterijen
beschikt, omdat een FM-ontvanger relatief
veel stroom verbruikt.
Waarschuwingen en
voorzorgsmaatregelen
Opgelet: Als u een MRI-onderzoek
(Magnetic Resonance Imaging) moet
ondergaan, raadpleeg dan onderstaande
informatie of de MRI-informatiekaart die u
in het documentatiepakket kunt vinden.
Veiligheidsinformatie voor het
uitvoeren van een MRI-scan
De geluidsprocessor en de geluidsprocessormagneet
moeten worden verwijderd voordat de patiënt een
ruimte met een MRI-scanner binnengaat.
Niet-klinische tests hebben aangetoond dat de
BIM400 implantaatmagneet, in combinatie met
een BI300 implantaat, geschikt is voor MRI. De
MRI-scan kan veilig worden uitgevoerd onder de
volgende omstandigheden. Scannen onder andere
omstandigheden kan ernstige verwondingen bij de
patiënt of storingen aan het apparaat tot gevolg
hebben.
• Een statisch magnetisch veld van niet meer
dan 1,5 Tesla
• Een spatial gradient field van maximaal
26600 Gauss/cm (266 T/m)
• Een switched gradient slew rate per axis
van maximaal 200 mT/m/ms
• Een switched gradient amplitude per axis
van maximaal 45 mT/m
• Een door het MR-systeem gerapporteerde, over
het hele lichaam gemeten, gemiddelde specific
absorption rate (SAR) van maximaal 2,0 W/kg
(normale bedrijfsmodus)