Werbung
Nederlands
3. Plaatsing en aansluiting
3.1 Installatie van het
binnenapparaat
Voor de installatie van de binnenapparaten
moet de bijbehorende montagehandleiding
worden geraadpleegd.
3.2 Installatie van het
buitenapparaat
– Het buitenapparaat kan zowel op de
grond als op de als toebehoren leverbare
muurconsoles worden bevestigd. Daarbij
moet ervoor worden gezorgd dat de
ondergrond sterk genoeg is om het
gewicht van het apparaat te dragen en er
geen trillingen ontstaan.
– De hoek van het dragend oppervlak van
het buitenapparaat mag niet groter zijn
dan 5°.
3.3 Installatie van de
koelmiddelleidingen
Bij het aansluiten van de koelmiddel-
leidingen moeten de schroefverbindingen
beslist schoon worden gehouden. De
koelmiddelleidingen mogen niet geknikt of
gekneld worden.
De koperen buis mag niet meer dan drie
keer op dezelfde plaats gebogen worden.
De buigstraal (bij het buigen zonder
gereedschap) moet minimaal 100 mm
bedragen.
3.4 Aansluiting van het koelmiddel
op het buitenapparaat
Bij de installatie van de koelmiddelleidingen
aan het buitenapparaat moet op de
volgende punten worden gelet:
1. In de vloeistofleidingen (doorsnede 6
mm) moet voor elk binnenapparaat
direct bij het buitenapparaat een
expansie-eenheid worden gebruikt (zie
afb. 3). Voor de typen ACW 10 E en
ACT 10 E expansie-eenheid 09, bij de
typen ACW 12 E, ACK 12 E, ACK 12 G
en ACK 12 E expansieeenheid 12.
Bij het gebruik van een derde en vierde
binnenapparaat van het formaat
ACW 10 E en ACT 10 E moet op de
zuiggasleiding (aansluiting A en B afb. 2)
telkens een opschroef-aansluitstuk wor-
den geschroefd (afb. 4).
2. Verwijder de flensmoeren met
dopfittings op het buitenapparaat.
De beschermingsdoppen van de
expansie-eenheid en de splitleidingen
mogen pas direct voor de aansluiting
worden verwijderd.
3. Bij de vloeistofleiding moet eerst de
flensmoer van de expansie-eenheid op
het buitengedeelte worden geschroefd
18
en daarna de splitleiding aan de
expansie-eenheid.
Bij de zuiggasleiding wordt de flensmoer
van de splitleiding tegen de kraag van het
buitenapparaat geplaatst.
Draai de kraag-schroefverbinding van de
koelmiddelleiding eerst met de hand vast
en haal deze vervolgens overeenkomstig
de volgende waarden met een
momentensleutel aan (zie afb. 5).
Buisdoorsnede
Aanhaalkoppel
6 mm
15 - 20 (Nm)
10 mm
31 - 35 (Nm)
12 mm
50 - 55 (Nm)
Wanneer het aanhaalkoppel onvoldoende
is dan stroomt er op de verbindingsplaats
koelmiddel weg. Wanneer het te groot is
kan de buiskraag worden beschadigd.
4. Luchtledig maken van
het koelcircuit
Uitsluitend hiervoor opgeleid
personeel mag met koelmiddelen
omgaan. Koelmiddelen mogen niet in het
milieu terechtkomen.
Een onjuiste omgang met koelmiddelen
kan leiden tot schade aan de gezondheid.
Let op de veiligheidsvoorschriften van de
koelmiddelenfabrikanten.
Bij het werken met koelmiddelen moeten
steeds werkhandschoenen en een
veiligheidsbril worden gedragen. De
werkplek moet goed geventileerd zijn,
roken is verboden.
De regelaars en begrenzers in het
apparaat mogen onder geen enkele
omstandigheid worden versteld, omdat
de veiligheid van de installatie anders niet
is gegarandeerd.
4.1 Luchtledig maken
Omdat zich in de leidingen lucht en vocht
bevinden moeten deze onderdelen d.m.v.
de volgende stappen luchtledig worden
gemaakt (zie afb. 6). Alle onderdelen van
de leiding worden in een keer via de
serviceafsluiters luchtledig gemaakt.
1. Sluit de vulcombinatie en de
vacuümpomp aan (zie afb. 6).
2. Schakel het binnenapparaat aan (functie
koelen). Het buitenapparaat mag niet op
het elektriciteitsnet aangesloten zijn.
3. Ingebruikname van de vacuümpomp.
Wanneer de wijzer van de meter tot
rust is gekomen en een constante
waarde aangeeft wordt de vulcombinatie
gesloten en de vacuümpomp
uitgeschakeld.
4. Open de vloeistofafsluiter 3 seconden
lang. Controleer de leidingen na het
sluiten van de afsluiters op lekkages.
5. Open na de controle op lekkages de
vloeistof- en gasafsluiter helemaal.
6. Schroef de vulcombinatie en de
vacuümpomp los.
7. Sluit het buitenapparaat aan op het
elektriciteitsnet.
Aanwijzing:
Wanneer bij een reeds in werking zijnde
installatie een extra binnenapparaat op een
vrij aansluitstuk wordt aangesloten, dan
moet het luchtledig maken opnieuw
plaatsvinden. Het aansluiten van een extra
binnenapparaat resp. het buiten bedrijf
stellen van de installatie moet door de
servicedienst van Stiebel Eltron worden
uitgevoerd.
4.2 Controle op lekkages
Controleer alle aansluitingen met een
lekzoek-apparaat, spray of vergelijkbare
middelen zorgvuldig op lekkages.
4.3 Thermische isolatie van de
splitleidingen
– De aansluitplaatsen waar de lasnaad
komt en alle vrijliggende plaatsen van de
koelmiddelleidingen moeten met thermi-
sche isolatie worden geïsoleerd om de
vorming van condensaatwater te
voorkomen.
– De leidingen moeten met de
bijbehorende pijpbeugels aan de muur
worden bevestigd.
– De wanddoorvoer moet met
afdichtpasta worden afgedicht.
Werbung
