JBM 53474 Bedienungsanleitung Seite 29

6. Controleer de relatieve positie van de markering en de ontste-
kingstijdstipindicator (zie Figuur 4): vergelijk de weergegeven
waarde in graden met de aangegeven waarde, of de waarde
in graden binnen de toleranties ligt (meestal binnen ± 2 gra-
den), dit geeft de normale waarde van het ontstekingstijdstip
aan. Als de waarde buiten de opgegeven grens valt, is het
waarschijnlijk dat sommige onderdelen moeten worden ver-
vangen of moeten worden aangepast.
7. Zet de schakelaar van het flitslampje in de uit-stand, schakel het flitslampje uit.
8. Schakelt het contact uit, ontkoppelt de stroboscoop.
OPMERKING: als de stroboscoop niet werkt of niet goed werkt, raadpleegt
u dan het hoofdstuk "Probleemoplossing" van deze aanwijzing, controleert u
de mogelijke oorzaken van dergelijke fouten.
AANPASSING VAN DE ONTSTEKINGSTIJDSTIP
Pas het ontstekingstijdstip aan in overeenstemming met de aanpasprocedure en de technische
vereisten gespecificeerd in de reparatiehandleiding. Stel nooit het ontstekingstijdstip in zonder de
aanpasprocedure uit te voeren en zonder de specificaties te controleren.
CONTROLE VAN HET BEDIENINGSGEDEELTE VAN DE VOORONTSTEKING
Het bedieningsgedeelte van de voorontsteking zorgt voor ontsteking door het ontstekingssysteem
op een bepaald moment in de compressieslag. Het bedieningsgedeelte van de voorontsteking om-
vat: mechanische bediening van de voorontsteking, vacuümbediening van de voorontsteking, elek-
tronische bediening van de voorontsteking, enzovoort.
OPMERKING: methoden voor het controleren van de ontstekingstijdstip zijn
voor verschillende voertuigen aanzienlijk verschillend. De hieronder bes-
proken methode is gebruikelijk voor het controleren van de ontstekingstijds-
tip van het mechanische/ centrifugale type. Zorg ervoor bij het controleren
van de ontstekingstijdstip, dat de referentieontstekingstijd en sluithoek co-
rrect zijn. Raadpleeg de reparatiehandleiding om de vereiste testprocedure
en technische vereisten te begrijpen. Volg alle veiligheidsvoorschriften.
CONTROLE VAN DE MECHANISCHE/ CENTRIFUGALE VOORONTSTEKING
1. De waarde van de voorschothoek weergegeven door de stroboscoop is «0». Als dit niet het
geval is, drukt u op de knop te verhogen/verlagen, zodat een nulwaarde wordt weergegeven.
2. Bij de controle van de bovenstaande standaarde ontstekingstijdstip, verhoog de snelheid tot
de ingestelde waarde, let op de verandering van de ontstekingstijdstip. Het verplaatsen van de
merkering moet stabiel zijn; de richting van het verplaatsen moet tegenovergesteld zijn aan de
draairichting van de motor.
OPMERKING: als de markering ongelijkmatig of onjuist wordt verplaatst, is
het mechanische ontstekingscontrolesysteem mogelijk defect. Alvorens an-
dere componenten te controleren en te testen, moet het bedieningselement
van de voorontsteking worden onderhouden en gerepareerd volgens de ins-
tructies van de fabrikant.
3. Drukt u, afhankelijk van de situatie, op
de knop te verhogen/verlagen, totdat de
indicator zich net als voorheen ten opzi-
chte van de referentiemarkering bevindt.
Lees de waarde ban de voorschothoek
op de digitale scherm.
5. Vergelijk de weergegeven waarde met de waarde opgegeven door de fabrikant. Als het onts-
tekingstijdstip niet verandert, controleer dan de mechanische/centrifugale bediening van de
voorontsteking, het is mogelijk dat de beweegbare eenheid van het systeem roestig of vast-
gelopen is.
5. Herhaal indien nodig de controle voor het gehele snelheidsbereik, dat door de fabrikant is
gespecificeerd.
· 29 ·