JBM 53474 Bedienungsanleitung Seite 28

3. Controleer de conditie van de motor-ontsteking:
• Voordat u de ontstekingstijdstip controleert,
bereidt u de motor voor, controleert u de uit-
gangscontroleplaat van dit voertuig of de
testprocedure en de specificaties voor het
ontstekingstijdstip in de reparatiehandleiding.
De uitgangs-controleplaat van het voertuig
bevindt zich in het motorcompartiment en me-
estal: achter de motorkap, op de motorpartitie,
op het deksel van de klepkamer of achter de
motorkapslot.
• Voer tenminste de volgende uit:
Zoek de markering en de ontstekingstijdstip-indicator. De markering en de indicator be-
vinden zich meestal op de krukaspoelie, de krukasdemper (aan voorkant van de motor) of
aan het vliegwiel (tussen de motor en de transmissie) en zo verder. (zie Figuur).
De markering en de ontstekingstijdstip-indicator moeten zuiver en goed leesbaar zijn.
Breng indien nodig krijtstof aan. Alle bougies functioneren naar behoren, de spleet tussen
de elektroden is correct ingesteld. Start de motor op te warmen op bedrijfstemperatuur.
Voor het aansluiten van de stroboscoop, stop de motor.
STROBOSCOOP AANSLUITEN
Om de veiligheid en de betrouwbaarheid van de stroboscoop te verzekeren, sluit u deze dan als
volgt aan:
WAARSCHUWING: houd uw handen, stroboscoop, aansluitdraad en signaal-
sensor uit de buurt van bewegende delen en sterk verwarmde motoropper-
vlakken. Roken in de buurt is niet toegestaan.
1. Zet de contactschakelaar in de uit-stand. Sluit nooit een
stroboscoop aan als de motor loopt of het contact is inges-
chakeld.
2. Sluit de inductieve signaalsensor aan op de hoogspan-
ningskabel van cilinder 1 (zie Figuur). Zorg ervoor dat de
alarmsensor de uitlaatpijp of andere motoronderdelen niet
aanraakt, aangezien de temperaturen van deze elementen
aanzienlijk worden verhoogd tijdens de motorwerking, wat de
alarmsensor kan beschadigen.
3. Verbind de krokodilklemmen met de batterij.
Rood wordt verbonden met de anode (+),
zwart net de kathode (-)
CONTROLE VAN DE HOOFDONTSTEKINGSPARAMETERS
OPMERKING: voor sommige systemen, alvorens de ontstekingstijdstip vol-
gens de instructies te controleren of aan te passen, is het noodzakelijk om
bepaalde elementen los te koppelen, jumpers te installeren of te aarden.
Het niet opvolgen van de instructies zal resulteren in onnauwkeurige contro-
le of onjuiste aanpassing van het ontstekingstijdstip.
1. Controleer de correcte aansluiting van de stroboscoop volgens de bovenstaande vereisten.
2. Zorg ervoor dat de motor is voorbereid volgens de bovenstaande vereis-ten.
3. Start de motor, warm deze op tot bedrijfstemperatuur.
4. Pas zo nodig het stationair toerental aan zoals vereist door de fabrikant.
5. Zorg ervoor dat het ontstekingstijdstip, dat op de stroboscoop wordt weergegeven, is nul. Als
dit niet het geval is, drukt u op de knop het ontstekingstijdstip verhogen/verlagen, zodat een
nulwaarde wordt weergegeven aan het scherm van het ontstekingstijdstip (dit geldt voor een
stroboscoop; model A heeft deze procedure niet nodig).
· 28 ·