Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
•
Vul de tank met brandstofmengsel.
•
Vul ketttingolie bij.
•
Controleer of er geen lekkages zijn.
Starten van de motor
Als de motor is gestart, moet de gashendel langzaam
worden bediend totdat de motor stationair draait. Start de
motor niet op stationaire snelheid.
•
Verwijder de beschermhuls.
•
Zet de contactschakelaar (8) op "I".
•
Schakel de kettingrem in.
Starten met een koude motor (fig. G)
•
Druk de inlaatpomp/primer (12) 7-10 keer langzaam en volledig in
Brandstof moet zichtbaar zijn in de pomp. Als dit niet het geval
is, blijf dan drukken tot brandstof zichtbaar is.
1. Trek de choke (12) helemaal uit.
2. Plaats de machine op de grond en trek in een gecontroleerde en
ononderbroken beweging aan het startkoord.
Trek het startkoord maximaal 50 cm uit geleid het
langzaam terug.
3. Zodra de motor wil starten de choke (12) indrukken.
4. Trek in een gecontroleerde en ononderbroken beweging aan het
startkoord tot de motor start.
5. Druk op de gashendelvergrendeling (10) en druk de gashendel (9)
voorzichtig in.
6. Ontgrendel de kettingrem.
Starten met een warme motor (fig. G)
1. Plaats de machine op de grond en trek in een gecontroleerde en
ononderbroken beweging aan het startkoord tot de motor start.
2. Druk op de gashendelvergrendeling (10) en druk de gashendel
(9) voorzichtig in.
Als de motor na 3-4 aan het startkoord trekken niet start,
volg dan het startproces zoals beschreven bij "Starten met
een een koude motor".
3. Maak de kettingrem los.
4. Laat de motor 1-2 minuten draaien om op te warmen.
Bij lagere temperaturen kan het langer duren om op te
warmen en de maximale snelheid te bereiken.
De machine is opgewarmd als de motor zonder te haperen
accelereert.
Stoppen van de motor
•
Laat de gashendel (9) los. Laat de motor met stationair toerental
afkoelen.
•
Verplaats de contactschakelaar (8) naar de "O" positie.
Om onbedoeld starten van de motor te voorkomen moet
de bougiedop altijd worden verwijderd als de machine
onbeheerd wordt achtergelaten.
GEBRUIK
Voordat u de machine gebruikt
•
Controleer voordat u met de werkzaamheden begint de veiligheid
van de machine (zie "Voor het starten van de machine").
•
Maak u zelf vertrouwd met de zaagtechniek van een kettingzaag.
Juiste houding
Werk nooit op een onstabiele ondergrond!
Werk nooit boven schouderhoogte!
Werk nooit staand op een ladder!
Buig niet te ver naar voren!
Gebruik de machine alleen als de weersomstandigheden
en terrein gunstig zijn.
•
Sta met beide benen stevig op de grond.
•
Pas op voor obstakels in het werkgebied.
•
Houd, tijdens het werken, de machine met beide handen vast!
Houd de machine als volgt vast:
-
met uw linkerhand op de voorste handgreep,
-
met uw rechterhand op de achterste handgreep.
-
in een stabiele houding met uw voeten stevig op de grond.
Juist gebruik van de kettingzaag
Schakel de motor altijd eerst uit voordat u de machine
weglegt!
•
Inspecteer het werkgebied en verwijder eventuele obstakels.
•
Controleer voordat u met de werkzaamheden begint de veiligheid
van de machine (zie "Voor het starten van de machine").
•
Pak de machine met beide handen vast zoals hiervoor
beschreven.
•
Zaag altijd op met voldoende snelheid.
Na gebruik
•
Schakel de motor uit
•
Wacht tot alle draaiende delen tot stilstand zijn gekomen.
•
Plaats de beschermhuls op het zwaard.
•
Schakel de kettingrem in.
•
Laat de machine afkoelen.
•
Verwijder de bougiedop.
NEDERLANDS
11
Werbung
