Herunterladen Diese Seite drucken

Hyundai 57259 Bedienungsanleitung Seite 8

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 31
HYUNDAI
De spanning van de ketting controleren
De ketting is correct gespannen wanneer de ketting strak tegen de
onderzijde van het zwaard zit gemakkelijk me de hand kan worden
verplaatst.
Pas indien nodig de spanning van de ketting opnieuw aan (zie
"Onderhoud en reiniging").
Controle van de kettingrem (fig.A)
Deze machine is uitgerust met een automatische
kettingrem die de ketting de ketting onmiddellijk blokkeert
bij een terugslag.
Handmatige bediening van de kettingrem (in geval van nood)
Kantel de handbescherming (3) in de richting van de punt van
het zwaard.
Losmaken van de kettingrem
Trek de handbescherming (3) naar de voorste handgreep tot de
handbescherming wordt geborgd.
Controleer of de kettingrem is ingeschakeld voordat u met
de machine aan de slag gaat.
Plaats de machine op de grond.
Start de machine (zie "Veilig gebruik").
Laat de motor stationair draaien en kantel de handbescherming
(3) naar de punt van het zwaard.
Druk de gashendel kort helemaal in. De ketting mag niet bewegen!
Stop de motor (zie "Veilig gebruik").
Als de kettingrem niet functioneert, de machine niet gebruiken en
contact opnemen met een servicecentrum.
Zorg dat de kettingrem is ontgrendeld voor u aan de slag
gaat.
Vullen met kettingolie (fig. A)
Gebruik nooit afgewerkte olie om de ketting te smeren!
Hierdoor kunnen de pomp, het zwaard en de ketting
worden beschadigd..
Omdat kettingolie tijdens gebruik in het milieu komt moet
biologisch afbreekbare, plantaardige olie worden gebruikt.
Zet de machine stevig vast de op grond met de tankdop (14)
naar boven.
Reinig de tankdop en het inlaatmondstuk indien nodig.
Draai de tankdop langzaam los en verwijder deze.
Giet voorzichtig kettingolie in de tank. Mors geen olie!
Draai de tankdop met de hand vast.
Veeg gemorste olie op.
De kettingsmering controleren
Gebruik de machine niet zonder voldoende
kettingsmering. Onvoldoende smering zal de levensduur
van de machine verminderen.
Controleer de hoeveelheid olie in de tank.
Start de machine (zie "Veilig gebruik").
Houd de kettingzaag ca. 15 cm boven een geschikte ondergrond.
Als er voldoende smering is, vormt de olie die vrijkomt een licht
spoor op de ondergrond.
10
De olietoevoer voor het smeren van de ketting kan met de
stelschroef (19 fig. F) worden geregeld.
OLIE EN BENZINE
Instructies voor het mengen van benzine en olie
Oude en/of verkeerd gemengde brandstof is de belangrijkste
oorzaak voor het niet goed werken van de machine.
Gebruik altijd schone, verse loodvrije benzine (niet ouder dan 30
dagen, minimum octaangetal 91 ROZ).
Gebruik geen brandstof met de specificaties E85.
Volg nauwkeurig de instructies voor het juiste benzine/
oliemengsel.
Meng de olie voor tweetaktmotoren volgens de instructies op de
container
-
tot 20 uur gebruik
20:1
-
na 20 uur gebruik
25:1
Meng niet rechtstreeks in de tank.
Olie
Gebruik alleen kwaliteitsolie, API-classificatie TC (TSC-3), die wordt
aangeboden voor luchtgekoelde tweetaktmotoren.
Benzine
Onder bepaalde omstandigheden is benzine zeer licht
ontvlambaar en explosief
Vul de tank in een goed geventileerde ruimte en met een
uitgeschakelde motor.
Rook niet in de buurt van de tank of waar brandstof wordt
opgeslagen en schakel alle ontstekingsbronnen uit.
Vul de tank niet te vol (er mag geen benzine tot in het
inlaatmondstuk staan). Draai de tankdop na het vullen stevig
aan.
Mors geen benzine tijdens het vullen.
Gemorste brandstof of benzinedampen kunnen ontbranden.
Controleer of er brandstof is gemorst en wacht tot dit is verdampt
voordat de motor wordt gestart.
Voorkom herhaaldelijk of langdurige contact met de huid en het
inademen van de dampen.
Brandstof bijvullen (fig. A)
Zet de machine stevig vast op de grond met de tankdop (13)
naar boven.
Reinig de tankdop en het inlaatmondstuk indien nodig.
Draai de tankdop langzaam los en verwijder deze.
Giet het brandstofmengsel in de tank. Vul de tank voor 80%.
Draai de tankdop stevig vast.
Veeg gemorste brandstof op.
Breng de machine, voordat u de motor start, ca. 10 m uit de
buurt van de vulplek.
VEILIG GEBRUIK
De machine mag alleen worden ingeschakeld als er geen
fouten worden gevonden. Als een onderdeel defect is,
moet dat eerst worden vervangen voordat de machine
wordt gebruikt.
Voor het starten van de machine
Controleer alle veiligheidsvoorzieningen:
Controleer of alle onderdelen goed vastzitten en controleer ze op
zichtbare gebreken.
Controleer de kettingspanning.
Controleer de kettingrem.

Werbung

loading