♦
Doe elke 15 minuten met de hand ca.
3–5 druppels pneumatische olie in de aansluit-
nippel 1.
Aansluiting op een persluchtbron
OPMERKING
►
Voordat u de persluchtbron aansluit
–
moet de vereiste werkdruk (6,3 bar)
volledig zijn opgebouwd;
–
moet u zich ervan vergewissen dat de
trekker 3 niet is bediend.
►
Gebruik alleen persluchtslangen met een
binnendiameter van minstens 9 mm.
►
Gebruik alleen gefilterde, gesmeerde en
gereguleerde perslucht.
♦
Sluit het apparaat aan op een compressor door
de aansluitnippel 1 te verbinden met de toe-
voerslang van de persluchtbron.
LET OP!
►
Let er altijd op dat de persluchtslang goed
vastzit. Een slang die los zit of ongecontro-
leerd om zich heen slaat, zorgt voor groot
gevaar. Let er ook op dat beide schroefver-
bindingen tussen het koppelstuk en het appa-
raat goed vastzitten.
♦
De persluchtbron moet zijn uitgerust met een
drukregelaar om de perslucht te kunnen regelen.
Ingebruikname
Bediening
♦
Controleer of het werkstuk correct is vastge-
klemd.
Druk eerst op de inschakelblokkering 2 en
♦
daarna op de trekker 3 om het apparaat in te
schakelen. Houd de trekker 3 ingedrukt. Hoe
verder u de trekker indrukt, des te hoger het
apparaatvermogen wordt.
♦
Zorg ervoor dat u het apparaat parallel aan het
te bewerken oppervlak voortbeweegt, anders
kan het vastlopen.
PDNB 6.3 B2
LET OP!
►
Tijdens het werk kunnen er vonken ontstaan,
die mensen of brandbare materialen kunnen
raken! Beveilig eerst de gevarenzone.
VOORZICHTIG!
►
Werk niet met grote kracht met het apparaat,
omdat daardoor het werkstuk beschadigd
kan raken.
Laat de trekker 3 los als het apparaat is vast-
♦
gelopen, de persluchttoevoer onderbroken is
of u wilt stoppen met werken.
♦
Koppel het apparaat los van de persluchtlei-
ding nadat u ermee hebt gewerkt.
Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING! LETSELGEVAAR!
Koppel vóór onderhoudswerkzaam-
heden het apparaat los van de
persluchttoevoer.
LET OP!
►
Verwijder gevaarlijke substanties die zich
(door werkprocessen) op het apparaat heb-
ben vastgezet, voordat u onderhoudswerk-
zaamheden aan het apparaat uitvoert. Ver-
mijd elk huidcontact met deze substanties.
Wanneer de huid in contact komt met gevaar-
lijke stoffen, kan dit leiden tot ernstige dermati-
tis.
►
Stof en dampen die ontstaan bij het gebruik
van dit apparaat, kunnen gezondheidsscha-
de (zoals kanker, geboorteafwijkingen, astma
en/of dermatitis) veroorzaken; het is daarom
noodzakelijk om een analyse van die risico's
uit te voeren en geschikte controlemechanis-
men te implementeren.
OPMERKING
►
Neem de volgende punten in acht om een
juiste werking en lange levensduur van het
apparaat te waarborgen:
NL │ BE
│
41
■