• Wanneer u de stuurknuppel voor het richtings- en hoogteroer (zie afbeelding 2, pos. 4) naar links drukt, moet
het richtingsroer naar links uitslaan. Tijdens het vliegen wordt daardoor het staartvlak naar rechts gedrukt en het
model zal door de veranderde bevestigingselementen bij de vleugels om de lengteas naar links rollen. Hierbij moet
bovendien licht aan het hoogteroer worden getrokken, zodat het model in deze schuine olieviscositeit geen hoogte
verliest.
• Indien het richtingsroer precies andersom reageert, dan kunt u met behulp van de reserve-schakelaar (zie afbeel-
ding 2, pos. 7) de draairichting van de schermverlichting omschakelen. Voor elk stuursignalen is een aparte scha-
kelaar aanwezig. De looprichting van het richtingsroer wordt met de schakelaar linksbuiten (CH1) omgeschakeld.
Wanneer u de stuurknuppel voor het richtings- en hoogteroer (zie afbeelding 2, pos. 4) naar rechts drukt, moet het
richtingsroer naar rechts uitslaan. Tijdens het vliegen wordt daardoor het staartvlak naar links gedrukt en het model
zal door de veranderde bevestigingselementen bij de vleugels om de lengteas naar rechts rollen. Hierbij moet boven-
dien licht aan het hoogteroer worden getrokken, zodat het model in deze schuine olieviscositeit geen hoogte verliest.
• Schakel na het afsluiten van de test eerst het model en vervolgens de zender weer uit.
Afbeelding 16
Afbeelding 17
105