Jungheinrich AM 15I Betriebsanleitung Seite 24

C Bediening
1 Hefwagen in gebruik nemen
F
Voordat de bestuurder de hefwagen in gebruik neemt, bedient of voordat hij een last heft, moet hij zich
ervan overtuigen dat zich niemand in het gevarenbereik bevindt.
Controleer de gehele hefwagen (met name wielen en lastopnamemiddelen) op beschadigingen.
1.1 Rijden, sturen, remmen, heffen, neerlaten
Rijden
Z
Bij rijden zonder last kan er slijtage ontstaan.
Om beschadigingen aan het lastopnamemiddel te voorkomen moeten ritten zonder last met
bodemloze lastopnamemiddelen worden uitgevoerd.
– U kunt de hefwagen aan de beugelgreep (4) van de dissel (2) trekken of duwen.
Sturen
– Zwenk de dissel (2) naar links of rechts, zwenkbereik circa 115°.
Remmen
U kunt de hefwagen in geval van nood afremmen door de last neer te laten:
– druk de handgreep (3) in de richting "S", de last wordt neergelaten.
o
Remmen met dissel-parkeerrem
– Bedien de dissel-parkeerrem (5) tot de rem vastklikt.
– U kunt de vork-hefwagen tijdens het rijden afremmen door de hendel licht aan te trekken.
o
Remmen met de voet-parkeerrem
– Druk de voet-parkeerrem (9) in richting "A" tot aan de aanslag. De remschoen wordt op de wielen
gedrukt, en blokkeert de wielen.
– Wanneer u de rem (9) wilt lossen, drukt u de linker zijde van het pedaal in richting "B". De veer drukt
dan de remschoen terug en geeft de wielen vrij.
F
Probeer nooit de rem met de hand te bedienen.
3