Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Ossur CHEETAH KNEE Bedienungsanleitung Seite 51

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für CHEETAH KNEE:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 8
Draai de schroeven vast met het volgende draaimoment:
• Proximale adapter knijpbout (Af b. 1.E): Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de respectieve proximale adapter.
Statische uitlijning
– Zorg dat de patiënt met zijn gewicht gelijk verdeeld over beide
benen staat.
– Controleer of de protheselengte juist is.
– Controleer interne/externe rotatie.
– Controleer of de teen en hiel correct zijn belast.
Dynamische uitlijning
Zorg ervoor dat de patiënt bekend is met de werking van het hulpmiddel.
Zorg ervoor dat de patiënt de geometrische vergrendeling kan activeren
en deactiveren.
Het uitvoeren van de eerste dynamische beoordeling is belangrijk om de
patiënt meer vertrouwen te geven in het vertrouwen op de prothese. De
beste manier om een dynamische uitlijning te realiseren is door middel
van een symmetrisch looppatroon. Eventuele afwijkingen zullen meer
uitgesproken zijn tijdens een rennend looppatroon.
1. Evalueer het niveau van bewuste beheersing van de patiënt. De
patiënt moet in staat zijn kniestabiliteit te handhaven.
2. Gebruik heupextensie om stabiliteit te handhaven tijdens de
standhouding.
3. Train de patiënt om de normale staplengte aan de gezonde zijde aan
te houden.
Let op: Voer voor de veiligheid de eerste beoordelingen en aanpassingen
uit terwijl de patiënt tussen gelijke leggers staat.
Zwaaifasecontrole (Af beelding 3)
Het hydraulische systeem wordt met een basisinstelling geleverd.
In de basisinstelling worden ventielen "F" en "H" beiden met 3/4
omwenteling geopend. Ventiel "E" wordt met anderhalve omwenteling
geopend.
De flexie- en extensieventielen afstellen
De volgende ventielen kunnen worden ingesteld:
• Ventiel "F": beïnvloedt zwaaiflexieweerstand boven 60°.
• Ventiel "H": beïnvloedt zwaaiflexieweerstand van 0° - 60°.
• Ventiel "E": beïnvloedt zwaai-extensieweerstand.
Begin met het aanpassen van de flexie terwijl de patiënt langzaam loopt
en bij hogere loopsnelheden.
Voor elke afstelling draait u het ventiel in kleine stappen van ongeveer
een kwartslag. Controleer het resultaat altijd direct na elke aanpassing.
Mogelijke observaties en te ondernemen acties worden hieronder
vermeld:
• Als de patiënt snel loopt en u merkt dat de hiel te veel omhoog komt,
verhoogt u de zwaaiflexieweerstand door ventiel "F" naar rechts te
draaien, totdat de hiellift is genormaliseerd.
• Voor een soepele aanpassing van de flexieweerstand tussen 0° en 60°
draait u ventiel "H" naar rechts of naar links om de weerstand
respectievelijk te verhogen of te verlagen.
51

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis