INTERSPIRO Incurve Bedienungsanleitung Seite 46

Deze handleiding kan te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving
worden gewijzigd indien dit noodzakelijk is wegens typografische fouten,
onnauwkeurigheden in de informatie of wegens verbeteringen of wijzigingen aan de
apparatuur. Ga naar www.interspiro.com voor product- en documentatie-updates en
serviceaankondigingen.
Blootstelling aan extreme omstandigheden kan andere maatregelen vereisen
dan die in deze handleiding worden beschreven. De verantwoordelijkheid en
garantievoorwaarden van Interspiro worden niet uitgebreid of beïnvloed door deze
veiligheidsvoorschriften.
De ademlucht waarmee de cilinders worden opgeladen, moet voldoen aan de eisen
van EN 12021, omdat deze vrij is van olie, giftige stoffen en een lage luchtvochtigheid
heeft.
De duur van een persluchtademhalingsapparaat is afhankelijk van het luchtvolume in
de persluchtcilinder(s) en het luchtverbruik, dat specifiek is voor de drager en wordt
beïnvloed door de werkbelasting. Bij het lucht afnemen van de extra luchtverbinding,
waarmee sommige modellen zijn uitgerust, neemt het luchtverbruik toe en de duur
van het apparaat neem af.
Bij het gebruik met twee afzonderlijke onafhankelijk kleppen moeten beide cilinders
worden opgeladen met vergelijkbare werkdruk. Open altijd beide cilinderkleppen
bij het onder druk zetten van het ademhalingsapparaat en zorg ervoor dat beide
cilinderkleppen open blijven tijdens het gebruik van het apparaat.
Als het gezichtsmasker en/of ademluchttoestel moet worden gebruikt in combinatie
met andere persoonlijke beschermingsmiddelen is belangrijk dat de bijkomende
persoonlijke beschermingsmiddelen verenigbaar zijn met het ademhalingsapparaat
en de volledige bescherming van het ademhalingsbeschermingsappraat niet
hinderen.
Voorbeelden van gevaren die het gebruik van extra persoonlijke
beschermingsmiddelen voorschrijven:
- Vloeistoffen, stoom of gassen die de huid kunnen beschadigen.
- Opname door de huid van verontreinigende stoffen
- Warmtestraling
- Mechanische effecten
- Explosieve omgevingen.
46