Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Voorzorgsmaatregelen - NuMED COVERED MOUNTED CP STENT Gebrauchsanweisung

Coarctation of the aorta and right ventricular outflow tract
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für COVERED MOUNTED CP STENT:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 20
Excessieve hantering en manipulatie van de afdekking tijdens het krimpen van de stent kan ertoe leiden dat
de afdekking van de stent afscheurt.
Krimpen van de stent in tegengestelde richting van de vouwen in de afdekking kan ertoe leiden dat de
afdekking pakt tijdens plaatsing in het hemostaseklephulpmiddel en het inbrenginstrument. Dit kan ertoe
leiden dat de afdekking van de stent afscheurt.
Terugtrekken van de afgedekte stent via het inbrenginstrument en/of hemostaseklep kunnen ertoe leiden dat
de afdekking pakt en van de stent afscheurt.
WAARSCHUWINGEN BETREFFENDE DE PLAATSING VAN EEN BIB-STENT
Zorg dat u de nominale barstdruk niet overschrijdt. Het verdient aanbeveling een vulinstrument met een
drukmeter te gebruiken om de druk te bewaken. Een hogere dan de nominale barstdruk kan de ballon doen
scheuren, wat het onmogelijk kan maken de katheter door de introducerhuls terug te trekken.
Controleer of het distale einde van de introducerhuls zich ten minste 2,5 cm achter de meest proximale
beeldmarkers bevindt alvorens de buitenballon te vullen. Als dit niet gedaan wordt, kan de buitenste buis
uitrekken en het leeglopen van de ballon ernstig worden belemmerd.
Gebruik voor het vullen twee vulinstrumenten van de geschikte maat en voorzien van een drukmeter.
Voer de voerdraad, de ballondilatatiekatheter of ander onderdeel niet op als u weerstand ondervindt, zonder
eerst de oorzaak daarvan te achterhalen en de vereiste maatregelen te treffen.
Deze katheter is niet bestemd om druk te meten of vloeistof te injecteren.
Verwijder de voerdaad tijdens de procedure nooit uit de katheter. Doe dit pas wanneer de procedure is
voltooid.
Dit hulpmiddel is uitsluitend bestemd voor eenmalig gebruik. Het mag niet opnieuw worden gesteriliseerd
en/of opnieuw gebruikt, aangezien dit de prestaties van het hulpmiddel kan aantasten en kan leiden tot een
verhoogd risico op kruisbesmetting.

VOORZORGSMAATREGELEN

Het wordt sterk aangeraden tijdens deze procedure een vulinstrument met drukmeter te gebruiken.
Stents zijn delicate instrumenten. Ze dienen voorzichtig te worden gehanteerd om de kans op breuk te
helpen verkleinen.
De stent is onbuigzaam, waardoor verplaatsing door de vaten moeilijk kan zijn.
Dilatatie-ingrepen moeten worden uitgevoerd onder fluoroscopische beeldvorming en met gebruik van
geschikte röntgenapparatuur.
Voerdraden zijn delicate instrumenten. Ze dienen voorzichtig te worden gehanteerd om de kans op breuk te
helpen vermijden.
Er dient, alvorens verder te gaan, zorgvuldig aandacht te worden besteed aan de instandhouding van
nauwsluitende katheteraansluitingen; aspiratie dient gebruikt te worden om te voorkomen dat er lucht in het
systeem komt.
De vuldiameter van de ballon die tijdens het inbrengen van de stent wordt gebruikt, moet ongeveer gelijk zijn
aan de diameter van het geobstrueerde vat en de beoogde implantatieplaats.
Onder geen voorwaarde mag een deel van het kathetersysteem tegen weerstand in worden opgevoerd. De
oorzaak van de weerstand dient onder fluoroscopische doorlichting te worden achterhaald, en de nodige
maatregelen moeten worden getroffen om het probleem te verhelpen.
Als er bij het verwijderen weerstand wordt ondervonden, moeten de ballon, de voerdraad en de huls
gezamenlijk als één geheel worden verwijderd, vooral als breuk of lekkage van de ballon is vastgesteld of
wordt vermoed. Om dit te doen pakt u de ballonkatheter en de huls als één geheel stevig vast, en trekt u ze
gezamenlijk met een voorzichtig draaiende en tegelijkertijd trekkende beweging terug.
De ballons moeten volledig worden geleegd alvorens ze terug in de huls te trekken.
Een goede werking van de katheter is afhankelijk van de integriteit ervan. De katheter dient met zorg te
worden gehanteerd. Door knikken, uitrekken of met overmatige kracht afvegen kan de katheter worden
beschadigd.
MOGELIJKE COMPLICATIES/BIJWERKINGEN
OPMERKING: Als de balloninbrengkatheter rondom scheurt voordat de stent volledig is ontplooid, kan de ballon
aan de stent vastplakken; in dat geval is operatieve verwijdering noodzakelijk. Als een ballon van adequate
grootte na ontplooiing van de stent knapt, kan de ballon worden teruggetrokken en een nieuwe ballonkatheter
over de voerdraad worden ingebracht om de ontplooiing van de stent te voltooien.
Hartkatheterisatie brengt enkele risico's met zich mee. Mogelijke complicaties en bijwerkingen die met
implantaties verband houden omvatten (maar zijn niet beperkt tot):
Femurslagaderletsel, trombose en pseudo-
aneurysma
Stentmigratie
Stentbreuk
Aortaruptuur
Hematoom
Trombose/Trombo-embolie
Overlijden
Endocarditis
Celnecrose op de plaats van het implantaat
Stentstenose
Aorta-aneurysma/Pseudo-aneurysma
Onjuiste positie van de stent
Sepsis/infectie
Vorming van een AV fistel
Transitoire aritmie
Bloeding
Cerebrovasculair Incident
46

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis