Gas: Specificaties En Bedrijfsomstandigheden; Installatie; Uitpakken En Plaatsen; Montage Lastoorts - Cebora 334 Betriebsanleitung

2.3

Gas: specificaties en bedrijfsomstandigheden

Hieronder geven we de specificaties van de gebruikte gassoorten en de desbetreffende zuiverheid en bedrijfsom-
standigheden:
Gebruikte
TITEL
gassoorten
Zuiver, droog en zonder olie volgens
Lucht de norm ISO8573-1:2010.Klasse 1.4.2
(deeltjes-water-olie)
Stikstof 99.997%
*
de norm ISO 8573-1: 2010 bepaalt voor Klasse 1.4.2:
Deeltjes: ≤ 20.000 vaste deeltjes per m3 lucht met afmetingen van 0.1 tot 0.5 µm; ≤ 400 vaste deeltjes per m3
•
lucht met afmetingen van 0.5 tot 1.0 µm; ≤ 10 vaste deeltjes per m3 lucht met afmetingen van 1.0 tot
5.0 µm.
• Water: het druppelpunt in de aanwezigheid van lucht moet lager of gelijk zijn aan 3°C.
• Olie: de totale olieconcentratie moet kleiner of gelijk zijn aan 0.1 mg per m3 lucht.
3

INSTALLATIE

3.1

Uitpakken en plaatsen

Gebruik geschikte hijs- en vervoersmiddelen.
Voor Art. 337
De generator en de houten pallet wegen ongeveer 45 kg. Gebruik geschikte hijs- en vervoersmiddelen.
Voor het verwijderen van de houten pallet (verpakkingsmateriaal):
• Verwijder de bevestigingsstrips
• Verwijder de verpakking van karton
Hijs de generator op met bijstand van een tweede persoon of met een heftruck. Volg in dit geval de veiligheidsvoor-
schriften van de fabrikant van de heftruck.
De generator zuigt aan de achterkant lucht aan en geeft de lucht door de roosters aan de voorkant af. Plaats de ge-
nerator zo dat een grote ventilatieruimte wordt geboden. Bewaar een afstand van minstens 1 m tot muren.
Stapel de generator niet op en plaats er geen voorwerpen op.
Plaats de generator op een voldoende vlakke ondergrond die niet meer dan 10° helt.
3.2

Montage lastoorts

Breng de bewegende aansluiting M aan op de beveiliging en K vervolgens op de vaste aansluiting J. Draai de ring van
het aansluiting helemaal vast M om te vermijden dat lucht kan ontsnappen waardoor de goede werking kan worden
benadeeld.
• Voorkom dat u de stroomgeleidende pin beschadigt en dat u de pennen van de bewegende aansluiting M van de
toorts verbuigt.
Schroef de beveiliging K op het paneel.
3.3

Inbedrijfstelling

Uitsluitend gekwalificeerd personeel mag de machine installeren. De aansluitingen moeten worden verricht
in overeenstemming met de van kracht zijnde normen en veiligheidswet (norm IEC 26-36/IEC60974-9) .
Sluit de gastoevoer aan op de aansluitingC en controleer of de installatie een debiet en een druk kan leveren die voor
de gebruikte lastoorts geschikt zijn.
Als de lucht afkomstig is uit een persluchtfles, moet deze worden voorzien van een drukregelaar; sluit een perslucht-
fles nooit direct aan op de reductor van de machine De druk kan het vermogen van de reductor overschrijden,
waardoor de reductor kan exploderen.
Sluit de voedingskabel A aan: de groen-gele geleider van de kabel moet op een werkende aardaansluiting van de in-
stallatie worden aangesloten; de overige geleiders moeten zijn aangesloten op de voedingslijn met een schakelaar die
zo dicht mogelijk in de buurt van de snijzone is aangebracht om een snelle uitschakeling in geval van nood mogelijk te maken.
182
*
Maximale
toevoerdruk
0.9 MPa
(9 bar/ 130 psi)
0.9 MPa
(9 bar/ 130 psi)
Debiet
250 l/min
250 l/min