10.3
Componenten reinigen/controleren
1.
Voer vóór elke reiniging/controle de voorbereidende
werkzaamheden uit. (→ Pagina 171)
2.
Voer na elke reiniging/controle de afsluitende werk-
zaamheden uit. (→ Pagina 172)
10.3.1 Reinigings- en controlewerkzaamheden
voorbereiden
1.
Stel het product tijdelijk buiten bedrijf. (→ Pagina 181)
2.
Demonteer eventueel de geïnstalleerde module onder
het product (→ installatiehandleiding module).
3.
Demonteer de voormantel. (→ Pagina 156)
4.
Klap de schakelkast naar onderen.
5.
Bescherm de schakelkast tegen spatwater.
6.
Demonteer de compacte thermomodule.
(→ Pagina 169)
10.3.2 Warmtewisselaar reinigen
1
1.
Reinig de verwarmingsspiraal (1) van de warmtewis-
selaar (3) met water of indien nodig met azijn (tot max.
5% zuur).
–
Inwerkingstijd reinigingsmiddel: 20 min
2.
Spoel het losgekomen vuil met een scherpe water-
straal af of gebruik een kunststofborstel. Richt de wa-
terstraal niet direct op de isolatiemat (2) aan de achter-
kant van de warmtewisselaar.
◁
Het water loopt uit de warmtewisselaar door de
sifonbeker weg.
3.
Controleer de isolatiemat van de warmtewisselaar op
beschadigingen.
Resultaat:
Isolatiemat beschadigd
▶
Vervang de isolatiemat (→ reservedelencatalogus
isolatiemat warmtewisselaar).
4.
Reinig de sifonbeker. (→ Pagina 172)
0020282231_01 Installatie- en onderhoudshandleiding
2
3
10.3.3 Brander en branderisolatiemat op
beschadigingen controleren
3
2
1
1.
Controleer het oppervlak van de brander (2) op be-
schadigingen.
Resultaat:
Brander beschadigd
▶
Vervang de brander.
2.
Bouw een branderflensafdichting (3) in.
3.
Controleer de isolatiemat (1) aan de branderflens op
beschadigingen.
Resultaat:
Isolatiemat beschadigd
▶
Vervang de isolatiemat (→ reservedelencatalogus
isolatiemat branderflens).
10.3.4 Voordruk van het expansievat controleren
1.
Maak het product leeg. (→ Pagina 172)
1
2.
Controleer de voordruk van het expansievat bij de klep
(1) van het expansievat.
–
Werkmateriaal: U-manometer
–
Werkmateriaal: Digitale manometer
Resultaat 1:
≥ 0,075 MPa (≥ 0,750 bar)
De voordruk ligt in het toegestane bereik.
Resultaat 2:
< 0,075 MPa (< 0,750 bar)
▶
Vul het expansievat volgens de statische hoogte
van de CV-installatie idealerwijs met stikstof, an-
ders met lucht bij. Zorg ervoor dat de ontluchtings-
klep tijdens het bijvullen geopend is.
3.
Als aan de klep van het expansievat water naar
buiten komt, dan moet u het expansievat vervangen.
(→ Pagina 177)
4.
Vul de CV-installatie. (→ Pagina 160)
5.
Ontlucht de verwarmingsinstallatie. (→ Pagina 161)
171