Behringer MODEL D Schnellstartanleitung Seite 42

42
MODEL D
Stap 2: Bediening
(NL)
Modifiers Sectie
VERVAL – indien AAN, zal het
(30)
signaal wegsterven gedurende de
tijd die is ingesteld met de DECAY
TIME-knop nadat een noot of
externe trigger is losgelaten. Als
hij uit staat, zal hij onmiddellijk
wegsterven nadat een noot of
externe trigger is losgelaten.
LUIDHEID VERVAL – beïnvloedt
het verval van het volumeniveau
van de Loudness-sectie.
FILTERVERVAL – beïnvloedt het
verval van de afsnijfrequentie van
de filtersectie.
TOETSENBORD BEDIENING –
(31)
deze schakelaars variëren het
effect van de toetsenbordtracking,
waarbij de filtersectie wordt
beïnvloed door de toonhoogte van
de gespeelde noot.
Schakelaar 1 en 2 UIT – geen
toetsenbord-tracking-effect
Schakel 1 en 2 in – maximaal
effect
Schakelaar 1 AAN (alleen) - 1/3
van maximaal effect
Schakelaar 2 AAN (alleen) - 2/3
van maximaal effect
FILTERMODULATIE – indien
(32)
ingeschakeld, wordt de filtersectie
gemoduleerd door de modulatiemix,
ingesteld met de MOD MIX-knop.
FILTERMODUS – selecteer het
(33)
filter tussen laagdoorlaat of
hoogdoorlaat.
LUIDHEID CONTOUR - deze 3
(34)
knoppen passen de algehele
vorm aan die de audio omhult
nadat deze door de mixersectie
en filtersectie is gegaan. De
bedieningselementen beïnvloeden
de verandering in volume
(luidheid) in de loop van de tijd.
AANVAL – pas de tijd aan die
het signaal nodig heeft om een
maximaal niveau te bereiken
nadat een noot is gespeeld.
VERVALTIJD – pas de tijd aan
voordat een signaal wegsterft
tot het sustain-volumeniveau
nadat de attacktijd voorbij is. Als
de LOUDNESS DECAY-schakelaar
op ON staat, is dit ook hoe lang
het duurt om naar het minimum
te decayen zodra een noot wordt
losgelaten.
DUURZAAM – pas het
volumeniveau aan waarop het
signaal wordt aangehouden
nadat de attacktijd en de initiële
decaytijd zijn bereikt.
BESTURING VAN DE FILTER
(35)
ENVELOP - deze 3 knoppen
passen de algehele vorm aan
die het filtersectie omhult.
De bedieningselementen
beïnvloeden de verandering in de
afsnijfrequentie met de tijd.
AANVAL – pas de tijd aan waarna
de afsnijfrequentie toeneemt
vanaf de ingestelde waarde en de
frequentie bereikt die is ingesteld
met de AMOUNT OF CONTOUR-
regelaar.
VERVALTIJD – pas de tijd aan
waarna de cutoff-frequentie
wegsterft naar de sustain-
frequentie nadat de attack-tijd
voorbij is. Als de FILTER DECAY-
schakelaar op ON staat, is deze
decay-tijd ook hoe lang het duurt
voordat de sustain-frequentie
wegsterft nadat een noot is
losgelaten.
DUURZAAM – pas de cutoff
aan op een frequentie die wordt
aangehouden nadat de attacktijd
en de initiële decaytijd zijn bereikt.
FILTERBESTURING – het filter
(36)
kan laagdoorlaat of hoogdoorlaat
zijn, afhankelijk van de instelling
van de FILTER MODE-schakelaar.
In de laagdoorlaatmodus worden
audiofrequenties boven de
afsnijfrequentie verzwakt. In
de hoogdoorlaatmodus worden
audiofrequenties onder de
afsnijfrequentie verzwakt.
AFGESNEDEN FREQUENTIE –
past de afsnijfrequentie van het
filter aan.
FILTER EMPHASIS – past de
hoeveelheid versterking van
het volumeniveau (resonantie)
aan die wordt gegeven bij de
afsnijfrequentie.
HOEVEELHEID CONTOUR – past de
hoeveelheid frequentieverschuiving
aan die aan de afsnijfrequentie
wordt gegeven.
CUT CV (INPUT) – maakt
(37)
aansluiting van een stuurspanning
mogelijk om de afsnijfrequentie
te regelen.
FC-POORT (INGANG) – maakt
(38)
het mogelijk om een externe
triggerspanning toe te passen om
de filtercontour te triggeren.
FILT CONT (UITGANG) – voert de
(39)
filtercontour uit.
LC GATE (INGANG) – maakt
(40)
het mogelijk om een externe
triggerspanning toe te passen om
de luidheidscontour te triggeren.
LUID CONTOUR (UITGANG) –
(41)
voert de luidheidscontour uit.
Uitvoersectie
A-440 – gebruik dit om een
(42)
uitgangsafstemmingssignaal van
440 Hz concerttoonhoogte in te
schakelen. Deze schakelaar kan
ook worden gebruikt om tijdens
het inschakelen naar verschillende
modi te gaan (zie het gedeelte Aan
de slag in deze handleiding voor
meer details).
VERMOGEN - deze LED geeft
(43)
aan wanneer de stroom is
ingeschakeld en de synthesizer is
ingeschakeld.
VOLUME – pas het algehele
(44)
volumeniveau van de
synthesizeruitgang aan.
VOLUME (HOOFDTELEFOON) –
(45)
pas het algehele volumeniveau
van de PHONES-uitgang aan.