Scheppach Basa 5.0 Originalanleitung Seite 65

Instellingen voor de ingebruikname
Bij het openen van het deksel van de behuizing
wordt de stroomtoevoer door een eindscha-
kelaar onderbroken.
Snijsnelheden
Afb."6"
De bandzagen beschikken over twee snijsnelhe-
den.
BELANGRIJK
De snijsnelheden mogen enkel ingesteld
worden als de machine stilstaat.
Stekker uit het stopcontact trekken!
Twee standen
460 m/min. voor hout en hardhout
775 m/min. voor zaehthout
V-snaar 10 x 1072 mm
Snijsnelheid-standen I-II
460 m/min. 1 tot 3
775 m/min. 2 tot 4
De machine wordt met een ingestelde snijsnelheid
van 775 m/min. voor hout en hardhout geleverd.
Zaagband
De keuze van de juiste zaagband is van doorslag-
gevend belang voor het snijvermogen. Bekijk es de
tabel op van de gebruiksaanwijzing.
Met smalle zaagbanden kan in kleinere stralen
gesneden worden dan met brede zaagbanden.
Zo bedraagt b.v. voor bladbreedtes van
de kleinste straal
Gebruik enkel geslepen zaagbanden zonder
defecten. Slechte zaagbanden verhogen het
gevaar op ongevallen en verminderen de
prestaties.
Zaagbandwissel
Fig. „7"
De machine wordt met een nieuwe, gemonteer-
de standaardzaagband (15 mm) geleverd.
De zaagband mag enkel verwisseld worden als
de stekker uitgetrokken is!
Als u met de zaagbanden werkt, moet u altijd
6/10/15/25mm
25/40/75/185 mm
veiligheidshandschoenen dragen!
De zaagband wordt om op te tillen aan de bovens-
te handgreep naar links losgedraaid.
De nieuwe zaagband wordt gespannen door de
bovenste handgreep naar rechts te draaien.
BELANGRIJK bij het aanbrengen van de zaag-
band:
• Tegendruklager en geleidingsrolen terugzette
• Zaagband voor het plaatsen op
defecten controleren, (scheuren,
gebroken tanden) een siechte zaagband
niet gebruiken.
• Bij het aanbrengen op de bandwielen
op de looprichting van de zaagband
letten, tanden moeten neerwaarts
naar de zaagtafel draaien.
• De zaagband moet tussen de bovenste
en de onderste geleidingsrollen geplaatst worden.
• De geplaatste zaagband lichtjes spannen.
• Het bandwiel met de hand naar
rechts doordraaien en bij een gelijkmatige
bandloop de eindspanning uitvoeren.
• Brede zaagbanden kunnen harder
gespannen worden dan dunne.
• Het te hard spannen van de zaagband
kan tot vroegtijdige breuken leiden.
Zijdelingse correctie zaagbandloop
Afb. „9"
De zijdelingse correctie mag enkel uitgevoerd
worden als de machine stilstaat en als de stek-
ker uit het stopcontact getrokken is!
De zaagband moet in het midden op
de bandwielen lopen. De kartel moer (1) aan de
handgreep aan de achterkant lossen.
Het bovenste bandwiel met de hand in snijrichting
draaien en tegelijkertijd de handgreep naar rechts
(+) draaien. De zaagband loopt hierbij sterker naar
achteren.
Bij het gelijklopen van de zaagband de kartelmo-
eren aan de handgreep opnieuw aanzetten.
Tegendruklager
Afb. „10"
Voor het instellen van de tegendruklagers moet
de gelijkmatige loop van de zaagband gecont-
roleerd worden.
De instelling moet uitgevoerd worden als de
machine stilstaat!
65
NL