Inbedrijfstelling; Verbinding Naar Ecu Instellen - Mennekes Amedio Professional+ Serie Betriebs Und Installationsanleitung

6

Inbedrijfstelling

De werkzaamheden in dit hoofdstuk mogen
alleen door een elektromonteur worden uitge-
voerd.
De beide laadpunten in het apparaat zijn voor-
geconfigureerd als master-slave-verbinding (voor
OCPP). Via de ECU aan de rechter zijde (sla-
ve-ECU, AF2)) kunnen beide laadpunten worden
geconfigureerd.
Aansluitingen
1
2
Afb. 20: Aansluitingen voor de configuratie op de ECU
Pos. Toepassing
1 Sleuf voor een simkaart.
f Aansluiting op de linker ECU
(AF1) gebruiken.
2 Configuratie van het apparaat.
f Aansluiting op de rechter ECU
(AF2) gebruiken.
6.1

Verbinding naar ECU instellen

Bij een bestaande verbinding kan het apparaat geconfigu-
reerd worden en de statusinformatie worden opgeroepen.
Via USB
f Eindapparaat (bijv. pc, laptop, mobiele telefoon) en
ECU met een USB-kabel verbinden. Daarvoor de
micro-USB-aansluiting (2) van de rechter ECU (AF2)
gebruiken.
Î "Afb. 20: Aansluitingen voor de configuratie op de
ECU"
Via Ethernet
f Eindapparaat (bijv. pc, laptop) en ECU met een ether-
netkabel verbinden. Daarvoor de ethernet-aansluiting
van de ethernet-overspanningsbeveiliging gebruiken.
Î „Afb. 17: Aansluiting ethernet"
f Configureer de netwerkinstellingen op de eindappa-
raat:
„ IPv4-adres: 192.168.124.21
„ Subnetmasker: 255.255.255.0
„ Standaard gateway: 192.168.0.1
Als de driver onder het besturingssysteem
Windows niet automatisch wordt geïnstalleerd:
f Navigeren naar "Configuratiescherm" >
f Klik rechts op "RNDIS/Ethernet Gadget" >
Aansluiting
Micro-sim
9
Micro-USB
"Apparaatbeheer" > "Overige apparaten".
"Driversoftware actualiseren" > "op de com-
puter naar driversoftware zoeken" > "uit een
lijst met apparaatdrivers op de computer
kiezen" > "Netwerkadapter" > "Microsoft
Corporation" > "NDIS-compatibel extern
apparaat".
De driver wordt geïnstalleerd.
NL
19