106554_Generator_Benzin.book Seite 142 Montag, 21. November 2016 4:30 16
NL
Luchtfilter reinigen/vervangen
VOORZICHTIG! Schade aan de
machine! Het apparaat mag nooit zonder
luchtfilter worden gebruikt, omdat er
anders schade aan de motor kan optre-
den. Mocht de luchtfilter beschadigd of
sterk vervuild zijn, dan moet hij vervangen
worden. Alleen een in olie gedrenkt
schuimstoffilterelement vangt de vuildeel-
tjes in de schuimstof op. Een droog
schuimstoffilterelement kan alleen de gro-
tere vuildeeltjes opvangen. Nieuw schuim-
stoffilterelement voor het gebruik lichtelijk
in olie drenken.
Afbeelding 8 – Pagina 4
– Verwijder de deksel van de luchtfilterbehuizing
(9).
– Schuimstoffilterelement verwijderen.
– Grof vuil uit schuimstoffilterelement verwijderen.
– Verontreinigingen met perslucht voorzichtig eruit
blazen.
Luchtfilter vervangen
VOORZICHTIG! Schade aan de
machine! Let op dat er de aanzuigbe-
scherming achter de luchtfilter altijd
gemonteerd en goed geplaatst is.
– Gereinigd of nieuw schuimstoffilterelement
plaatsen.
– Luchtfilterafdekking van het luchtfilterhuis (9)
weer plaatsen.
Motoroliepeil controleren
VOORZICHTIG! Schade aan de
machine! Voor iedere ingebruikname van
de motor moet het oliepeil gecontroleerd
en eventueel motorolie bijgevuld worden.
De werking van de motor met te weinig
olie leidt tot beschadiging van de motor.
Vervuilde olie en olie voor 2-takt motoren
verkorten de levensduur van de motor. De
motorolie moet na de eerste twintig
bedrijfsuren ververst worden. Voorge-
schreven motorolie gebruiken (Bruikbare
brandstoffen en smeermiddelen –
Pagina 146).
Afbeelding 9 – Pagina 4
– Motor uitschakelen (Uitschakelen van de
motor – Pagina 140).
142
– Motorolievulplug (11) opendraaien en verwijde-
ren. Aan de motorolievulplug (11) is de oliepeil-
stok bevestigd.
– Oliepeilstok met een doek schoonvegen.
– Motorolievulplug (11) met oliepeilstok weer
plaatsen en indraaien.
– Motorolievulplug (11) met oliepeilstok weer
opendraaien en eruit trekken.
– Oliepeil controleren.
– Het oliepeil moet bij de bovenste markering (A)
van de oliepeilstok liggen. Als het oliepeil onder
de onderste grensmarkering (B) van de oliepeil-
stok ligt, langzaam olie bijvullen tot het oliepeil
de bovenste markering op de oliepeilstok
bereikt. Apparaat niet teveel vullen.
– Afdichting van de motorolievulplug (11) op
beschadigingen controleren en eventueel
schoonmaken.
– Een beschadigde afdichting onmiddellijk vervan-
gen!
– Motorolievulplug (11) weer plaatsen en met de
hand weer vastdraaien.
Bougie reinigen/vervangen
VOORZICHTIG! Schade aan de
machine! Reinig de bougie alleen met
draadborstels met messing borstelharen.
Borstels van ander materiaal beschadigen
de elektrode!
VOORZICHTIG! Schade aan de
machine! Bougie alleen bij koude motor
uit- en inschroeven.
Afbeelding 10 – Pagina 5
– Bougiedop(9) verwijderen en bougie (20) eruit
draaien.
– Elektrode op verkleuring controleren.
Standaard kleur: lichtbruin
– Elektrodeafstand controleren.
Correcte afstand:Technische gegevens –
Pagina 145
Bougie reinigen
– Roetafzettingen met draadborstel van elektrode
verwijderen.
Bougie plaatsen
– Gereinigde of nieuwe bougie (20) plaatsen en
met de hand vastdraaien.
– De handvast ingedraaide bougie (20) met de
bougiesleutel ca. een kwart draai vastdraaien.
De bougie (20) niet al te vast aandraaien omdat
anders de schroefdraad beschadigd wordt.