Philips M1131A Handbuch Seite 25

Lees de waarschuwingen op pagina 25 en 26
De M1131A-sensor aanbrengen
Stap
1 De M1131A-sensor wordt op de vingertop van een kind of volwassene
aangebracht (zie pag. 22). Kies zo mogelijk een vinger van een arm zonder
arteriekatheter, bloeddrukmanchet of intraveneuze infuuslijn. Kies de vinger
waarvan de afmetingen het best passend zijn voor de gekozen sensormaat.
2 Open de sensor voorzichtig en schuif hem over
de vingertop, zodanig dat de sensorkabel op de
bovenkant van de vinger en de hand ligt:
• De vingertop moet het uiteinde van het brede
gedeelte van de sensor aanraken.
• Het kan nodig zijn de nagel van de patiënt bij te
knippen om de sensor goed te kunnen plaatsen.
3 Trek de witte beschermpapiertjes van het
plakband van de sensor af.
• Wikkel het plakband rond de sensor en de
kabel (zonder het plakband te rekken).
• Sluit de sensorkabel aan op de 9-pins
vrouwelijke adapterkabelconnector van
het bewakingsapparaat.
4 Verander de aanbrengplaats van de sensor elke vier uur of vaker als
de bloedsomloop of de integriteit van de huid wordt bedreigd.
5 Bevestig de sensor bij terugloop van de kwaliteit van het sensorplakband
opnieuw om de vingertop met een willekeurig plakband van medische
kwaliteit.
De M1131A-sensor opnieuw aanbrengen
De sensor kan opnieuw bij dezelfde patiënt worden aangebracht door
herhaling van de bovenstaande procedure. Fixeer de sensor bij terugloop
van de kwaliteit van het bij de sensor meegeleverde plakband opnieuw op
de vingertop met een willekeurig plakband van medische kwaliteit.
voordat u de Philips-sensor aanbrengt
Handeling
23