PANCONTROL PAN Profimeter Bedienungsanleitung Seite 69

Doorgangstest / Diodenmeting
Opgelet!
Onderbreek de voeding en lossen alle condensatoren voordat u de
meting.
1. Zet de draaiknop op de positie
Het apparaat onderscheidt automatisch tussen Doorgangstest en diode
testen.
2. Sluit de bananenstekker van de zwarte testkabel aan op de COM-bus en
de bananenstekker van de rode testkabel op de multifunctionele
aansluiting.
3. Raak de meetpunten met de toppen van de sonde.
Doorgangstest:
Als er een weerstand is < 30 Ω, hoort u een pieptoon. Wanneer het circuit
open is, toont het display "OL".
Diodenmeting:
De doorlaatspanning geeft 400 tot 700 mV aan. De blokkeerspanning
geeft "OL" aan. Defecte dioden geven in beide richtingen een waarde van
0 mV of "OL" aan.
Contactloze spanningstester (NCV)
1. Zet de draaiknop op de positie NCV
2. Houd de bovenkant van de meter vast aan een stopcontact of kabel (<5
mm). Bij een lage afwisselende spanning, het display toont "L" (low), de
groene LED brandt en een signaal geluid klinkt. Bij hogere afwisselende
spanning, toont het display "H" (high), de twee rode Led's licht op en een
hoger signaal geluid klinkt.
Opgelet!
Zelfs zonder een alarm, kan gevaarlijke spanning worden betrokken! Dit
hangt af van verschillende factoren. Daarom, indien nodig, neem contact
op de nul spanning met de voltmeter.
69
Nederlands