Elektrische Aansluitingen (Fig. 16); Aansluiting Hulpaccessoires; Externe Waterpomp Voor De Unit; 30Rb _X9 Unit (Fig. 16) - Carrier AquaSnap 30RB Serie Installationanweisungen

9.1 - elektrische aansluitingen (fig. 16)

Wanneer het frontpaneel verwijderd is, zijn de elektrische
aansluitkast zichtbaar.
De elektrische voedingskabels kunnen door de gaten voor
de leidingen gestoken worden. Zorg ervoor de
stroomkabels vast te maken met tape die op de markt
verkocht wordt zodat ze geen contact maken met de
compressor en warme buizen.
Bevestig, om een juiste treksterkte te garanderen de
voedingskabels met behulp van de kabelklemmen op het
plaatje. (Zie fig. 16 A).
Indien het toestel werkt op een voltage buiten de grenzen
of met een fase-onbalans boven 2%, betekent ongepast
gebruik en kan de garantie beinvloeden. Indien de fase-
onbalans hoger is dan 2%, onmiddellijk het lokale
electriciteitsbord raadplegen.
BELANGRIJK: De aardleiding moet aangesloten
worden voordat andere elektrische aansluitingen worden
gemaakt.
Aarding is vereist volgens de wet. De installateur moet
het toestel aarden met de terminal gemarkeerd met het
internationale aardingssymbool.
Vooraleer de stroomkabel met de lijn te verbinden, lijn
(L), lijnen (L1-L2-L3) en neutraal N lokaliseren. Maak
dan verbindingen zoals aangetoond op het
bedradingsdiagram.
Indien de elektrische stroomkabels L1 (R), L2 (S), L3 (T)
niet in de correcte sequentie verbonden sijn, wordt de
stroomvoorziening verbroken na enkele seconden door de
bedieningseenheid die in alarmstatus overgaat om de
onjuiste compressorrotatie te voorkomen.

10 - aanSluITIng HulpacceSSoIreS

10.1 - externe waterpomp voor de unit 30rb _x9 unit
(fig. 16)
De units zonder geïntegreerde waterpomp kunnen een
externe pomp aansturen.
Het signaal (24V, 2 A maximum) wordt geleverd bij kanaal
CH22 van het terminalblok (zie bedradingsdiagram).

10.2 - opstarten

Inbedrijfstelling vindt plaats d.m.v. de hierboven
beschreven elektronische regeling en mag alleen worden
uitgevoerd door deskundig personeel.
Controle/voorzorgsmaatregelen voor de inbedrijf stelling
• Controleer of alle elektrische aansluitin gen goed zijn
vast gezet.
• Controleer of de unit waterpas staat.
• Controleer dat er voldoende waterdoorstroming is in
het watercircuit en dat de leidingaansluitingen
overeenkomen met de installatietekeningen.
• Controleer op waterlekkage. Controleer de goede
werking van de gemonteerde afsluiters.
• Alle panelen moeten goed zijn bevestigd met de
bijbehorende schroeven.
92
• Er moet voldoende vrije ruimte zijn voor onderhoud.
• Controleer alle koudemiddelleidingen op lek kage.
• Controleer of de netspanning overeenkomt met de
gegevens op de machine kenplaat, het elektrisch
schema en overige documentatie.
• Controleer of de compressor vrij op de
bevestigingsveren staat.
• De bevestigingsbouten mogen niet worden
losgedraaid of verwijderd.

10.3 - circuitdiagram toestel (fig. 17)

Verklaring fig. 17.

11 - onderHoud

11.1 - controleer koudemiddelvulling

Legend - Fig. 17
De controle is nodig wanneer er sprake is van een verlies
van koelmiddel of de compressor werd vervangen geweest.
1. High pressure transducer
2. High pressure switch (when installed)
3. Low pressure transducer
De beste methode voor het correct bijvullen van
koudemiddel is het koudemidd elcircuit helemaal leeg te
5. TEV valve
maken en koudemiddel-opvangapparatuur te gebruiken.
7. Suction accumulator
8. Water inlet
9. Chilled water outlet
Laad dan de exacte hoeveelheid koelmiddel volgens de
gegevens getoond op de kenplaat van de eenheid.
Maintenance
De systemen R-410A moeten gevuld worden met
vloeibaar koudemiddel. Gebruik de juiste laadapparatuur
(los verkrijgbaar) om een goed beheer van het
koudemiddel te waarborgen.
after replacement of the compressor.
The best method to correctly charge refrigerant is to

11.2 - de spoel schoonmaken

completely empty the refrigerant circuit using refrigerant
recovery equipment.
Then charge the exact quantity of refrigerant according to
Ga indien nodig als volgt te werk om de spoel grondiger
schoon te maken:
Cleaning the coil
Schakel de stroomtoevoer OFF.
If necessary, proceed as follows for
more careful cleaning of the coil:
Switch the mains supply OFF.
IMPORTANT
The operation must be performed by
BELANGRIJK: De handeling moet door ervaren
personeel worden uitgevoerd.
Automatic reset.
Verwijder het bovenste deksel van het toestel door de
This is activated when the temperature of the winding or
the the compressor power input exceed the set limits.
bevestigingsschroeven los te draaien en het deksel op te
heffen. Maak de spoel voorzichtig schoon met een
stofzuiger van binnen naar buiten toe. Verwijder met de
temperature.
stofzuiger ook het stof uit het ventilatorgedeelte en van de
This safety device interrupts unit operation and shows
bladen van de ventilator. Let goed op dat u de bladen niet
an alarm code on the display.
beschadigt, anders kan de ventilator gaan trillen en lawaai
This parameter is regulated by the control and
maken.
factory set to an leaving water temperature of 7°C.
The second set point default value is 12°C and it can be
Plaats de bedekking terug en draai de schroeven vast.
selected via the Service Interface.
Installed and set according to technical data table
on the discharge piping with manual reset. On unit
compressor overload switch.
12 30RB
Refrigerant R-410A
Gas
Liquid
the data shown on the unit nameplate.
R-410A systems must be charged with liquid
Use the special recharging equipment (norm
lifting the cover. Carefully clean the coil with
cleaner from inside to outside. With the same
cleaner, remove the dust from inside the fan
and the fan blades. Avoid any damage to the
may cause future vibrations and noise.
Replace the unit cover and tighten the screw
Automatic/manual reset (after 6 automati
based on the pressure transducer signal in
compressor suction lines.
Automatic/manual reset (after 6 automati
based on the pressure transducer signal in
compressor discharge lines.
Changes the fan speed according to the
temperature limits, optimising the cond
temperature.
Anti-short-cycle protection.
Fault detector for the temperature and
sensors.