Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Opbouw; Werking; Bedrijfssituaties - Wilo RexaLift FIT L Einbau- Und Betriebsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Nederlands
• Max. omgevingstemperatuur: 40 °C
• Bedrijfssituatie: S3 10%, 120 s
De installatie is niet ontworpen voor continu
bedrijf! Het maximale debiet geldt voor inter-
valbedrijf volgens EN 60034-1!
• Zie ook de overige informatie onder "Technische
gegevens".

3.2. Opbouw

De Wilo-RexaLift FIT L is een overstroomba-
re, stekkerklare en volautomatisch werkende
afvalwater-opvoerinstallatie in enkelpomp- en
dubbelpompuitvoering.
Fig. 1.: Beschrijving
1
Verzamelreservoir
2
Revisieopening
3
Niveauregeling
4
Pompeenheid
5
Vrij te kiezen toevoervlakken
6
Aansluiting DN 50 voor legen in noodgevallen
Combinatie-aansluiting DN 50/70 voor ontluchting en
7
extra toevoer
8
Persaansluiting met geïntegreerde terugslagklep
3.2.1. Verzamelreservoir
Gas- en waterdicht verzamelreservoir van
PE-kunststof met speciale reservoirgeometrie
voor een veilig bedrijf zonder afzettingen.
De toevoeraansluitingen (DN 100 en DN 150)
kunnen aan beide lange zijden en de achterste
korte zijde in het gemarkeerde gebied vrij worden
gekozen. De persaansluiting DN 80 is boven het
reservoir verticaal uitgevoerd. Een terugslagklep
met beluchter in de persaansluiting geïnte-
greerd.
Verder heeft de opvoerinstallatie twee extra
combi‑aansluitingen DN 50/DN 70 op het reser-
voirdak voor toevoer en ontluchting, evenals twee
DN 50‑aansluitingen aan de voorste en achterste
korte zijde voor het legen in noodgevallen.
Het onderhoud van de installatie kan eenvoudig
worden uitgevoerd via de revisieopening van het
verzamelreservoir.
Bovendien heeft het reservoir ook twee beves-
tigingsplaten. Hierdoor kan de opvoerinstallatie
met het meegeleverde bevestigingsmateriaal
opdrijfzeker aan de bodem worden verankerd. De
bevestigingsplaten dienen tevens als transport-
grepen.
3.2.2. Pompeenheid
De opgebouwde pompeenheid bestaat uit de mo-
tor met gemonteerd waaier en een adapterring.
De motor is een waterdicht gekapselde droog-
lopermotor met roestvrijstalen behuizing in
draaistroomuitvoering. De koeling vindt plaats
door de omgevingslucht. De warmte wordt via
het motorhuis afgegeven. De motor is uitgerust
142
PRODUCTOMSCHRIJVING
met een thermische wikkelingsbewaking met
bimetaalsensoren. De wikkelingsbewaking wordt
via de aangesloten schakelkast aangegeven en
teruggezet.
De adapterring verbindt de volledige eenheid met
het verzamelreservoir.
3.2.3. Niveauregeling
De niveauregeling is ingebouwd in het verzamel-
reservoir. Als signaalgevers worden stangen-vlot-
terschakelaars gebruikt. De schakelpunten zijn
hierbij vast voorgeschreven.
3.2.4. Schakelkast
De installatie wordt bediend via de gemonteerde
schakelkast. Via deze kast kan ook een verza-
melstoringsmelding (SSM) gerealiseerd worden.
De kabellengte van de motor naar de schakelkast
bedraagt 4 m, van de schakelkast naar de stekker
1,5 m.
Raadpleeg de bijgevoegde inbouw- en bedie-
ningsvoorschriften voor gedetailleerde informatie
over het schakeltoestel.
3.2.5. Uitvoeringen
De opvoerinstallatie is verkrijgbaar in de volgende
uitvoeringen:
• Enkelpompinstallatie met schakelkast en
CEE-stekker incl. faseomkeerder.
• Dubbelpompinstallatie met schakelkast en
CEE-stekker incl. faseomkeerder.

3.3. Werking

Het geproduceerde afvalwater wordt via de
toevoerleiding het verzamelreservoir in geleid en
verzameld.
Als het waterpeil tot het inschakelniveau stijgt,
wordt de pomp via de geïntegreerde niveaure-
geling ingeschakeld. Het verzamelde afvalwater
wordt naar de aangesloten persleiding gepompt.
Als het uitschakelniveau wordt bereikt, wordt de
pomp uitgeschakeld nadat de ingestelde naloop-
tijd verlopen is.
Bij het bereiken van het hoogwaterniveau vindt er
een akoestische waarschuwing plaats en worden
alle pompen gedwongen ingeschakeld. Wordt
het hoogwaterniveau niet bereikt, dan volgt de
uitschakeling van de pompen na verlopen van de
nalooptijd en de waarschuwingsmelding wordt
automatisch uitgeschakeld.
3.3.1. Bijzonderheden bij dubbelpompinstallatie
• Na iedere pompcyclus vindt er een automatische
pompwisseling plaats.
• Als er een pomp uitvalt, wordt automatisch de
andere pomp als basislastpomp gebruikt.
• Als er meer afvalwater is, kunnen beide pompen
parallel worden ingeschakeld.

3.4. Bedrijfssituaties

3.4.1. Bedrijfsmodus S3 (intervalbedrijf)
Deze bedrijfssituatie beschrijft de maximale ver-
houding tussen bedrijfstijd en stilstandtijd:
WILO SE 01/2014 Ed.05 DIN A4

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis